Een klein volgdrijvertje, tijdens het vissen op karper met een pen, kan een handig visueel hulpmiddel zijn als de pen moeilijk is te volgen tijdens een aanbeet. Dit kan diverse oorzaken hebben zoals schitteringen door zonneschijn, troebel water, een kaamlaag, eendenkroos, golfslag, stroming, wind en kleine visjes of kreeften die het aas niet met rust laten, enzovoort. In deze situaties kan een volgdrijver dan uitkomst bieden. Je ziet namelijk door de drijver of een aanbeet doorzet, mocht de pen onverhoopt uit het oog zijn verloren. Daarnaast zijn volgdrijvertjes multifunctioneel inzetbaar. Hoe er volgdrijvertjes kunnen worden gemaakt, en hoe deze in te zetten zijn, doen we in dit artikel uit de doeken.
Wat is een volgdrijvertje voor het karpervissen met een pennetje?
Een volgdrijvertje is geen pennetje maar een drijver, die zonder loodverzwaring of andere hulpmiddelen wordt ingezet. Het is een visueel hulpmiddel die tijdens bepaalde situaties, waarbij het pennetje zelf moeilijk tot niet is te volgen tijdens een aanbeet, kan worden ingezet. Zoals de naam al verklapt moet deze drijven, en blijven drijven tijdens een aanbeet om zo weinig mogelijk weerstand te creëren. Het drijvertje wordt dus op een aanzienlijke afstand van het pennetje geplaatst, op vaak tweemaal de diepte van het water, zodat deze tijdens een doorlopende aanbeet wordt voortgetrokken over het water. En als we het draagvermogen ervan niet al te hoog houden dan leveren ze onderwater niet meer weerstand dan het draagvermogen plus de weerstand van het water. Hieruit kunnen we opmaken dat hoe verder een drijver van de aasaanbieding is verwijderd, hoe minder weerstand deze biedt. Tevens is het van belang om het draagvermogen niet al te hoog te maken met een vorm die weinig weerstand oplevert. We hebben gezocht naar een duurzaam, eenvoudig te maken en gemakkelijk te reproduceren, goed zichtbaar volgdrijvertje. Deze is, achteraf als bijkomende bonus, tevens als een licht pennetje te gebruiken. Dit laatste vergt dan uiteraard wel een uitloding om het principe het drijven op te heffen. En een drijver is op meerdere manieren inzetbaar wat we toelichten met illustraties in het laatste hoofdstuk. De maximale weerstand van deze volgdrijvertjes ligt een factor 50 (!) lager dan vissen met een traditioneel freelinesysteem met een waker. Maar in de praktijk, naargelang het formaat, is de weerstand zelfs nog kleiner!
Multifuntioneel volgdrijvertje
We hebben gekozen voor een drijvertje die niet moeilijk is om zelf te maken, en tevens goed te reproduceren is zonder specialistisch elektrisch gereedschap, zoals een draaibankje. Het bestaat uit een drijflichaam van balsahout waarin een bamboestokje is geplaatst voor bevestiging aan de hoofdlijn, door middel van een (siliconen)slangetje. Hierdoor is het drijvertje gemakkelijk te monteren en weer te verwijderen. Gewoon een klein stukje tube op de hoofdlijn achter de pen plaatsen, en je hebt altijd de keus om met of zonder een drijvertje te vissen. Dit is een groot voordeel ten opzichte van de in de handel verkrijgbare drijvertjes die je over de hoofdlijn moet schuiven! De diameter van het bevestigingsstokje hebben we zo gekozen dat siliconen tube met een binnendiameter van 2 mm, of PVC tube die bij breekstaafjes van 3 mm worden geleverd, maar ook (mini) anti-tangle sleeves, te gebruiken zijn. Het drijflichaam van balsa kleuren we wit en behandelen we meerdere malen met een lak die keihard wordt, zodat het drijfvermogen door het gewicht van de lak(ken) gereduceerd wordt. Hiermee maak je de drijver tevens heel stevig en duurzaam zodat ze tegen een stootje kunnen. Zo ontstaat er een torpedo-achtig drijvertje wat duurzaam, sterk en weinig weerstand bezit, met draagvermogens van 0,1 – 0,2 gram naargelang de lengte.
Vervaardiging
Wij maken, meestal in de winter, een voorraad drijvertjes voor onszelf, vismaten en diegenen die een bijdrage leveren aan Karper Idee. In dit hoofdstuk laten zien hoe een drijvertje vervaardigd kan worden, zodat het voor niet commercieel persoonlijk gebruik kan worden (na)gebouwd. In de titel van dit artikel staat immers niet voor niks het woord fabricage.
Voor een multifunctioneel volgdrijvertje pakken we als drijflichaam een stukje rond balsahout met een diameter van 5 mm en 2 cm lang. Dezelfde diameter dus die we ook gebruiken bij het vervaardigen van Combipennen. Mocht je de drijvertjes alleen willen gebruiken als visueel hulpmiddel, dan kan je de lengte van het balsahout korter nemen, bijvoorbeeld 1 cm. Hier maken we voorzichtig met de hand een gaatje in met een boortje van ∅ 2,5 mm. Meestal hanteren we een diepte van 6 of 7 mm. Dat is ruim voldoende voor een stevige bevestiging. Hierin lijmen we een bamboestokje (satéprikker) met een diameter van 3 mm en een lengte van 2,2 cm. Dan houden we dus na het lijmen 1,5 cm over voor de bevestiging aan de hoofdlijn. Als lijm pakken we hiervoor waterbestendige houtlijm.
Zoals altijd zijn er vele wegen naar Rome, en dat geldt ook voor de afwerking van deze drijvertjes. We beschrijven de manier hoe wij ze afwerken –
Als onderlaag gebruiken we grondverf op waterbasis die we met de kwast aanbrengen. Na drogen glad schuren met korrel 600 en indien nodig nog een laag grondverf met de kwast aanbrengen en gladschuren. Daarna komt de kleurlaag, we maken ze het liefste wit. De kleurlaag brengen we aan door het drijvertje in de verf te dompelen en ondersteboven te laten drogen. Dan is het zaak om deze af te lakken met Glitsa parketlak PT. Doe dit alleen met de kwast om een goede aanhechting te bevorderen. Tussen de laagjes door even licht schuren met korrel 600. Hierdoor worden de drijvertjes mooi hard en kunnen daarna tegen een stootje. Wees niet te zuinig ermee, je hebt toch minimaal 3 lagen Glitsa nodig om tot een duurzaam drijvertje te komen, maar liever zetten we nog een paar laagjes meer. Omdat dit volgdrijvertje geen oogje heeft maar een staafje kan je deze niet in één keer aflakken omdat deze niet aan een oogje op te hangen zijn. Daardoor lakken en drogen we om en om het drijflichaam en het staafje. Als de laatste laag is aangebracht laten we het geheel minimaal een weekje uitharden. Zoals je ziet is het nog redelijk bewerkelijk om een duurzaam drijvertje te maken, maar het is niet moeilijk!
Inzetbaarheid van deze volgdrijvertjes
1. We hebben nu een duurzaam, eenvoudig te gebruiken en een goed zichtbare volgdrijver gemaakt voor het vissen op karper met een pennetje. Met behulp van een klein stukje slang, zoals siliconen, is deze snel te monteren en weer te verwijderen. Zorg dus vooraf voor een passend stukje (siliconen )slang op het gebruikte systeem zodat er binnen luttele seconden een drijvertje kan worden gemonteerd. De drijver monteren we op ongeveer twee maal de diepte, oftewel ongeveer éénmaal de diepte verwijderd van de pen. Hierdoor zal tijdens een aanbeet de weerstand minimaal zijn. In de regel geldt hoe langer de afstand naar de pen, hoe minder weerstand.
2. Een andere mogelijkheid is om alleen met de drijver te vissen zonder uitloding. Dan monteren we de drijver dieper dan de waterdiepte, zodat de lijn in een lus komt te hangen. Vooral in ondiep water werkt dit vaak goed zolang er maar ongeveer rond twee keer de waterdiepte aanhouden wordt. Dan is de aanbeet vooral te zien door het over het water trekken van het drijvertje. Met dit systeem kan je ook aan de oppervlakte vissen en snel wisselen naar bijvoorbeeld een langzaam zinkende broodvlok, of ander bodemaas zoals een deegbal. En vice versa. Een beproefd systeem!
3. Een zeer succesvolle methode is een volgdrijvertje net onder water uitloden, gevolgd door een (kleiner) drijvertje. De volgdrijvertjes zijn in overleg met de Rotterdamse penvisser Frits Jansen gemaakt. Je mag deze methode gerust de Frits-methode noemen want zo vist hij 9 van de 10 keer in de stadswateren van Rotterdam. Een heel gevoelige methode waarmee hij jaarlijks bijzonder veel karpers weet te vangen. Belangrijk is dat de drijver spierwit is. Wit heeft als voordeel dat het onderwater het beste zichtbaar is, het weerkaatst immers de meeste lumen terug van alle kleuren. Een polariserende zonnebril helpt bij het waarnemen van de ondergedompelde drijver. Mocht de eerste drijver uit het oog zijn verloren dan is er altijd nog het tweede drijvertje. Het zinkloodje kan je eventueel weglaten als de haak met aas de drijver reeds doet zinken. Vooral als er gevist wordt met een bal deeg is het zinkloodje overbodige ballast. Daarbij is het doen zinken op het aas handig omdat het dan goed waarneembaar is of het aas nog op de haak zit. Vaak wordt er aangeslagen als het tweede drijvertje in beweging komt, of bij een ‘opsteker’ waarbij het drijvertje plots omhoog komt.
4. Door deze drijver uit te loden, ze dragen zo rond de 0,2 gram als er voor een drijflichaam van 2,0 cm lengte is gekozen (bij ∅ 0,5 cm), zijn ze tevens in te zetten als een licht pennetje. Door de witte kleur zijn ze visueel goed te zien, ondanks dat een antenne ontbreekt. Wit heeft als voordeel dat het onder water het beste zichtbaar is, het weerkaatst immers de meeste lumen terug van alle kleuren. De manier van vissen is vergelijkbaar als met een licht pennetje, alleen is deze gefixeerd aan de lijn en makkelijk te verwisselen. Daarbij kan je bij rustig weer ze ook onder water uitloden zoals beschreven in toepassing 3, alleen dan zonder het tweede drijvertje.
5. Als laatste kan er een volgdrijvertje ingezet worden als hulpmiddel tijdens het vissen met de pen in lichte stroming. Door het drijvertje tegen te houden heeft de stroming minder invloed op het pennetje zelf. Mocht de stroming of wind dermate hoog zijn dat een volgdrijver geen soelaas meer biedt dan raden we een pengewichtje aan.
Er zijn dus vele mogelijkheden waardoor het handig is om volgdrijvertjes in je vistas te hebben zitten. Ze zijn namelijk even snel op de pen-montage gezet, als er weer afgehaald. En ze zijn niet moeilijk om zelf te maken. Succes!
Updates over dit onderwerp:
Nieuwe (volg)drijvers
Drijver van 0,5 gram
Johan
Publicatiedatum 03-02-2021 / laatste update 27-04-2022