Tipmix bestaat uit mini-artikeltjes die te klein zijn voor een plek onder het menu, maar elk op zich een plek verdienen op Karper Idee. Onderverdeeld in 3 categorieën.
Aas en voer:
- Madenrig met een siliconenslangetje
- Boilies lichter maken met kurk (wafter)
- Broodboilies
- Mini krieltjes
- Loom Bands
- Drijvende brokken montage
- Corn aligner
- Boilies bereid uit kant-en-klaar voer
- Een zinkende broodvlok doeltreffend monteren
- Een sliert imitatiemais maken
- Deeg maken van droge kattenbrokjes
- Blokjes aas maken met een frietsnijder
- Hennepzaad laten kiemen door deze te laten groeien
Diversen:
Materiaal en techniek:
- De dubbele krimpkous line aligner
- Rig foam haal je in de bouwmarkt
- Tungsten sinkers hergebruiken
- Haken slijpen
- De mini swivel hair
- Goedkope digitale unsters
- Maak de hair niet te lang
- Gevlochten hoofdlijn als onderlijn gebruiken
- Haakmaat bij een aasaanbieding met een hair
- Freeline ringwakers maken
- Hoekafhouders maken
- Je eigen viskleding verven
- Pennetjes uitloden met tungsten rigtube
- Bouw je eigen locator of float controller
- Weerhaak of weerhaakloos?
- Een palomar knoop leggen
- Een lus leggen met de achtknoop
- Een no knot leggen
- Een lus splicen uit splice leader
- Zelf de testcurve van hengels meten
De dubbele krimpkous line aligner
De titel dekt de lading geheel: in plaats van één stukje krimpkous als line aligner stomen we er twee stukjes omheen. De ervaring is dat bij een enkele krimpkous de line aligner vrij snel zijn vorm verliest nadat de lijn onder spanning heeft gestaan. De oplossing is simpel: met twee stukjes krimpkous is de line aligner veel steviger en nog maar met moeite uit zijn gebogen vorm te krijgen.
Tot en met haakje nummer 6 stoom je eerst een stuk krimpkous met een diameter van 1,6 mm (krimpverhouding 3:1) eromheen. Daarna stoom je de tweede krimpkous eromheen, ook 1,6 mm. Vanaf haakje 8 en kleiner gebruik je eerst een krimpkous met een diameter van 1,2 mm en daarna 1,6 mm. Deze kan je eventueel in één keer om de haak stomen omdat ze mooi over elkaar schuiven.
Hoe je de krimpkous vormt tot een aligner is natuurlijk een kwestie van de gebruikte haaksoort en persoonlijke voorkeur. Voor een standaard boltrig gebruiken we meestal een Ashima C887 of een Wide Gape haak, in combinatie met een line aligner die doorloopt tot de haakbocht. Daarbovenop stomen we een stukje over het oog, en nog een stukje daar waar de hair de krimpkous verlaat. Deze line aligner prikt heel betrouwbaar in de onderlip van de karper, een betere standaardrig zijn we tot nu toe nog niet tegengekomen.
Madenrig met een siliconenslangetje
Als de temperatuur van het water niet te laag is gaan maden flink actief kronkelen met als gevolg dat een hair, met maden en al, rond de haak draait, soms zelfs met een knoop tot gevolg. Het spreekt voor zich dat zoiets natuurlijk niet bevorderlijk is voor een goede aaspresentatie en inhaking.
Dit euvel is simpel op te lossen door de hair te voorzien van een stukje siliconenslang. Hierdoor blijft de hair gestrekt zodat de maden de haak niet meer kunnen bereiken. Gebruik een siliconenslangetje met een (binnen)diameter van rond de 1 mm – met behulp van een simpele naald uit oma’s naaidoos kan je de hair door het slangetje halen. De benodigde soepelheid wordt verzorgd door het siliconenslangetje iets korter dan de hair te maken. Een paar millimeter speling aan beide einden is genoeg.
Rig foam haal je in de bouwmarkt
Deze in water oplosbare foampjes beschermen de haakpunt tegen vuil en laten de haak langzaam afzinken. Het kan ook voorkomen dat je de onderlijn in de knoop gooit. Redenen genoeg om een zak rig foam aan te schaffen, en dan loont het om naar de bouwmarkt te gaan.
Rig foam is namelijk niks meer dan op zetmeel gebaseerd opvulmateriaal. Soms noemt men het PVA foam, deze benaming is onjuist want PVA leent zijn eigen niet om schuim van te maken. Deze zetmeelschuimpjes zijn goedkoop te verkrijgen, zakken van 100 liter zijn in de bouwmarkt vaak voor minder dan € 10 verkrijgbaar; genoeg foampjes voor de rest van je viscarrière. Soms kom je deze foampjes ook tegen als verpakkingsmateriaal in de naar jou opgestuurde pakketjes. Even testen onder de kraan en lost het (direct) op, dan is het foam gemaakt uit zetmeel en geschikt om te gebruiken als rig foam.
Boilies lichter maken met kurk (wafter)
Een tip die vooral in de wintermaanden werkt maar ook zomers zijn vruchten kan afwerpen en soms zelfs dressuurdoorbrekend is, is het lichter maken van boilies met stukjes kurk. Met een kurkboor, meestal gebruikt om tijgernoten tot een pop-up om te toveren, kan je (voorzichtig) een gaatje boren in een boilie en deze voorzien van een stukje kurk. Een boilie met een tot de helft geboord gaatje gevuld met kurk is vaak al voldoende.
Op deze manier kan je de massa van een boilie zodanig verkleinen dat deze, voor de karper onverwacht, makkelijker naar binnen kan worden gezogen. Een kurkboilie is dus vooral effectief aan een soepele hair zodat het gewicht van de haak niet meteen de lichtere massa compenseert. En als je er zeker van wilt zijn dat de zaak goed vast blijft zitten dan laat je de hair door het kurk lopen.
De kurken staafjes zoals die te koop zijn in een hengelsportzaak zijn aan de prijzige kant; in plaats daarvan loont het de moeite om in een hobbyzaak een zak afvalkurk aan te schaffen waartussen vrijwel altijd ook bruikbare staafjes te vinden zijn.
Broodboilies
Met grote zakken brood komen de mensen naar de waterkant om de tamme eendjes te voeren. Buiten dat velen denken de eenden daar een plezier mee te doen vinden de aanwezige karpers het prima. Een stukje brood gaat er bij hun ook wel in. En dat vaak meerdere keren per dag, een aasgewenning die nooit stopt!
Het is dus vooral in dit soort stadswateren waar een boilie gemaakt van brood voor heel verrassende resultaten kan zorgen. Omdat voeren ermee overbodig is, er kan dus instant mee gevist worden, kan je met weinig boilies toekomen. En daarbij zijn ze ook nog eens goedkoop en eenvoudig te bereiden.
In de supermarkt koop je een pak broodkruimels (paneermeel) en een doosje eieren. Het paneermeel kan je eventueel, voordat je de eieren eraan toevoegt, nog fijner malen met een koffiemolen waardoor de boilies wat beter zullen uitharden. De verhouding van het deeg ligt op 80 tot 90 gram gemalen broodkruimels per ei. Je kookt de boilies nog ongeveer één minuutje door nadat ze boven komen drijven – totaal zal de kooktijd rond de 2,5 minuten liggen bij een 15 mm boilie. Dan een etmaal laten drogen en je hebt een stevige broodboilie. Boilies die je niet direct nodig hebt kan je prima maanden goed houden door deze in te vriezen.
Gerelateerd aan de broodboilie is de broodbonk. In deze blog kan je lezen hoe deze tot stand is gekomen. De mogelijkheden en de instant vangkracht van brood zijn groot, zoals ook in het artikel een simpele kijk op aas en voeren is te lezen.
Tungsten sinkers hergebruiken
In de regel verdwijnen tungsten sinkertjes samen met een oude onderlijn in de prullenbak, en dat is zonde. Je kunt ze namelijk een aantal keer hergebruiken en alles wat je daarvoor nodig hebt is een dunne (naai)naald. Om te voorkomen dat de sinkers (en je vingers) beschadigd raken is het aan te raden om de scherpe punt van de naald met een vijltje een beetje af te slijpen. Het sinkertje monteer je door deze over de naald op de lijn te schuiven die door het oog van de naald is gehaald. Op deze manier kan je een tungsten sinkertje een paar keer hergebruiken totdat deze teveel is uitgerekt en te weinig grip meer heeft op de onderlijn. Pak daarom de naald zo dun mogelijk.
Met deze naalden kan je ook makkelijk stuitjes, line aligners, (siliconen)slangetjes en anti tangle sleeves op de lijn schuiven. Handig voor alles wat op de lijn moet worden gemonteerd met een hele smalle diameter.
Mini krieltjes
Een aasje dat je instant kan inzetten en soms verrassend goed vangt zijn kant en klare mini-krieltjes uit de supermarkt. Je vindt deze krieltjes in de koeling bij de supermarkt in naturel of reeds gekruid. Vooral dat laatste is handig, want dan hoef je er helemaal niets meer aan te doen. Over het algemeen zijn ze wat vierkant met zijden van 2 cm en dus prima te monteren op een hair. Je hoeft (mag) er niet mee voor te voeren, het is echt een instant-aasje. Voer tijdens het vissen hooguit een paar krieltjes en/of wat aardappelkruim. Soms loont het om helemaal niet bij te voeren en het krieltje als stand alone aas te presenteren. Voorvoeren (laat staan hele voercampagnes) met mini-krieltjes en aardappels in het algemeen is overigens sterk af te raden omdat aardappels de neiging hebben om in het water snel te verzuren.
Ten slotte: mini-krieltjes blijven hooguit een week goed in de koelkast en kunnen niet ingevroren worden. Dus pas aanschaffen als er gevist gaat worden.
Loom Bands
De knutselrage uit 2014: Loom Bands. Met dit elastiekje haak je bijna alles aan elkaar wat er maar te haken valt, maar voor ons veel interessanter is dat ze prima te gebruiken zijn als bait band. Over het algemeen zijn ze net een tikkeltje groter dan de gemiddelde ‘large’ bait band van de gerenommeerde merken; voor de kleinere aasjes kun je dan de Loom Band er dubbel omheen wikkelen. En in een zakje zitten toch al gauw 500 elastiekjes, je kan er dus eventjes mee vooruit.
En mocht je geen beet krijgen dan kan je er nog altijd een leuk elastisch koordje mee haken.
Drijvende brokken montage
Misslaan met drijvende brokken komt nog weleens voor. Dit is deels te ondervangen door extra aandacht te besteden aan de manier waarop je het brokje aan de (kleine) haak monteert. Je kunt dit op een zodanige manier doen dat de haak tijdens het opnemen van het aas de neiging heeft zichzelf (voor de aanslag) goed te positioneren in de bek van de vis. Met dit doel voor ogen heeft Karper Idee een simpele montage bedacht die als bijkomend voordeel ook een anti eject functie heeft. Monteer daartoe een rigringetje gestuit door een conventioneel stuitje op de haaksteel en maak de bait band aan het ringetje vast zoals op de foto te zien is. Het stuitje en het ringetje dragen ertoe bij dat de haak beter gepositioneerd blijft en er (mede door het anti eject effect) meer raak geslagen wordt. Van de vele merken bait bands gebruiken we meestal Ashima en Gardner, maar je kan elk klein elastiekje gebruiken.
Haken slijpen
Vissen met een haak die niet scherp is is net zoiets als rijden met gladde banden. Niet doen dus. De kans op raak slaan, een run en/of landen van de vis neemt behoorlijk af. Vaak lijkt een haak nog scherp maar schijn bedriegt. Onder een microscoop bij 100 maal vergroting zie je al gauw verschil tussen een gebruikte en een nieuwe haak: er zitten soms kartels aan de punt die niet altijd duidelijk te voelen zijn of de haakpunt zelf is omgebogen. Altijd goed controleren dus. Mocht je haak bot zijn dan kan je hem slijpen met een diamantvijltje. Je kan elk diamantvijltje met een korrel van 600 gebruiken, maar ook een penmodel zoals te zien is op de foto voldoet prima. De hier afgebeelde vijl heeft een extra groef bedoeld voor het slijpen van dartpijlen, maar er is ook prima een karperhaak mee te slijpen. De haak slijp je van de punt af in 3 maal weer vlijmscherp langs deze groef. Eerst de linker- en rechterkant en als laatste de bovenkant.
Let wel dat je ook de coating eraf slijpt waardoor de haak vatbaar wordt voor roest. Een reeds geslepen haak is ook eerder weer bot. Na een vissessie is het dan ook aan ten zeerste aan te raden de geslepen haak te vervangen door een nieuw exemplaar!
Schubben lezen
Soms vind je na het landen van een schubkarper, ondanks onze goede zorgen, een schub in je net. Gooi de schub niet weg maar bewaar hem om later eens goed te bekijken want vaak kan je er interessante informatie uithalen over de gevangen karper.
Op het oog kan je waarschijnlijk de jaarringen zien, net als bij een dwarsdoorsnede van een boomstam. Deze methode is een indicatie tot 15 jaar(ringen). Hoe ouder de vis hoe onbetrouwbaarder de methode. (Leeftijdsbepaling aan de hand van groeiringen in de gehoorbeentjes is de betrouwbaarste methode.)
Nog leuker wordt het als je een microscoop hebt waarmee je de celstructuur van de schubben goed kan zien. Daarvoor bekijken we de schub bij 100 maal vergroting. Een uniforme celstructuur, zoals op de eerste foto te zien is in een schub van een jonge karper, duidt op een goede groei. Een onduidelijke structuur, zoals op de foto te zien is bij een oude 30+ pond schubkarper, duidt op groeistilstand of een amorfe schub. In dit geval lijkt het een amorfe schub te zijn. Een amorfe schub is een schub die snel is terug gegroeid nadat een vis hem heeft verloren, bijvoorbeeld tijdens de paai of doordat deze in het net achterblijft. Amorfe schubben zitten minder stevig aan de huid van de karper verankert zodat ze vaker in het net achterblijven dan ‘normale’ schubben.
Het meest interessant is het bekijken van de rand van een schub. Zie je hier een mooie celstructuur (microscoop) of zelfs een paar groeiringen (met blote oog waarneembaar) dan groeit de vis goed. Heeft het celpatroon op de rand van een schub geen uniforme structuur dan groeit de karper niet, of wordt zelfs een beetje kleiner.
Al met al is een verloren schub lezen, zowel met als zonder microscoop, bij karpers een eenvoudige maar interessante methode om meer te weten te komen over de conditie en oorsprong van een vis.
De mini swivel hair
Dit is een rig die als aanvulling dient van de (anti eject) blowback rig. Deze laatst genoemde rig is voorzien van een hair waaraan een rig-ringetje is geknoopt die over de haaksteel kan schuiven. Hierdoor komt de haak pas later mee als een karper het aas uitspuugt waardoor de inhakingskans vergroot wordt. Het ringetje moet haaks op de hair worden geknoopt om soepel te kunnen schuiven over de haaksteel. Helaas zien we toch vaak dat het ringetje niet haaks op de hair zit (of blijft zitten). Het belangrijkste aspect van de blowback rig, het kunnen schuiven van het ringetje over de haaksteel, kan hierdoor bemoeilijkt worden. Als dit het geval is komt de mini swivel hair rig om de hoek kijken.
Wartels in maatje 20, ook wel mini rig swivels of bait swivels genoemd, worden vaak gebruikt om een boilie te bevestigen. Deze warteltjes kunnen ook over de haaksteel schuiven en als we een hair eraan knopen hebben we een mini swivel hair. Monteer een klein stuitje (hook bead) op de plek waar je normaal het rig-ringetje zou plaatsen en je bent klaar. Op deze manier krijg je ook een anti eject blowback systeem met een soepele hair, alleen schuift de wartel altijd goed over de haaksteel en kan daarbij nog draaien ook. Een mini swivel hair is ook makkelijk in te zetten als je met een onderlijn vist die niet geschikt is om een soepele hair van te maken via een no knot, zoals nylon of fluorocarbon. Het kan altijd van pas komen, neem dus een paar van deze eenvoudig te monteren hairs in je tacklebox mee. Ze zijn namelijk even snel op een haak gezet als er weer afgehaald.
Voor de netheid en camouflage, maar ook om de hoeveelheid ‘vrije’ metaal te beperken, kan je een klein stukje krimpkous over de mini wartel stomen waarbij je erop let dat het oog op de haaksteel vrijuit kan blijven draaien.
Corn aligner
De corn aligner is een line aligner en een aaspresentatie in één. Een imitatie maiskorrel monteer je op zo’n manier dat deze tevens dienst doet als line aligner. Deze montage kan je zowel met zinkende- als drijvende imitatie maiskorreltjes maken.
Een corn aligner voorzien van een drijvende korrel is ideaal als je met één maiskorrel wilt vissen. Een drijvend maiskorreltje van Enterprise Tackle en een Korda Wide Gape haakje maat 8 en de aaspresentatie is mooi in balans. Een sinkertje of loodhageltje op ongeveer 3-5 cm afstand van de haak voorkomt dat deze in de lengte rechtop gaat staan en bevordert tevens het prikken in de onderlip. De haak staat dan mooi in de breedte rechtop en wordt voor een deel gecamoufleerd door de ‘zwevende’ imitatie maiskorrel. Je kan eventueel wat aas op de haak rijgen, zoals een echt maiskorreltje of een paar maden. Alleen is dan wel de balans weg en is het maar de vraag hoe de presentatie er onder water uitziet. Eerst goed uitproberen dus of de andere optie, een zinkende imitatie-maiskorrel monteren als aligner. Met een zinkende maiskorrel is het meestal aan te raden om de haak nog extra te voorzien van wat aas (zoals de eerder genoemde maden of maiskorrel).
De montage gebeurt door de imitatie maiskorrel over een gate needle te schuiven. De naald steek je in de zijkant van de korrel en verlaat deze aan de onderkant. Met behulp van een lusje kan je dan een maiskorrel over de lijn schuiven. Monteer de haak en schuif de maiskorrel erop tot het oog in de maiskorrel verdwijnt.
Het principe van deze aligner kan je ook maken met andere imitatie-aasjes zoals maden (mag aligner). Soms zijn deze ook kant en klaar te koop, handig om ze makkelijk te kunnen monteren aan de waterkant!
Meet de watertemperatuur
Het viswater bezit vele variabelen. Zo kennen we onder andere de mate van troebelheid, het zuurstofgehalte en de temperatuur. Vooral de watertemperatuur heeft veel invloed op het aasgedrag van de vis. Een karper is tenslotte een koudbloedig dier, oftewel de omgevingstemperatuur bepaalt voor een groot deel de mate van stofwisseling. Door de temperatuur van het water te meten kan je dus een goede inschatting maken in hoeverre de karpers gemiddeld genomen zullen foerageren (azen).
Over het algemeen kan je aannemen dat tot een temperatuur van 8 °C de karpers niet tot nauwelijks azen. Vanaf 8 °C tot 12 °C komt het aasgedrag (langzaam) op gang. Vanaf 12 °C tot 23 °C wordt er (volop) geaasd waarin de maximale stofwisseling plaatsvindt bij 23 °C tot 28 °C. Dit bij een goede waterkwaliteit uiteraard.
Met deze gegevens in het achterhoofd is het raadzaam de aaskeuze aan te passen aan de watertemperatuur. Vooral het traject van 4 °C tot 12 °C kan nauw luisteren welk aas in te zetten. Denk bijvoorbeeld aan het soortelijk gewicht, voedingswaarde en de hoeveelheid van het aas. Maden doen het bijvoorbeeld bij lage temperaturen vaak goed maar een dikke aardappel kan je beter in de zomer inzetten. Zonneschijn, langdurige regen, hagelbuien en wind kunnen van vooral ondiepe stukken gauw de watertemperatuur doen veranderen. Dus je kan je thermometer ook inzetten om de warmere plekken te zoeken. Want waar het water warmer is, daar zitten de karpers!
Goedkope digitale unsters
Vissen wegen we al sinds het vangen van onze allereerste karpertjes. Alhoewel de reden hiervan wel een beetje veranderd is in de loop der jaren, het wegen van vissen vinden wij immers nu ook belangrijk voor het monitoren van de ontwikkeling van een karper. We wegen dus praktisch elke karper en alleen een juist meetresultaat is bruikbaar.
De laatste jaren verschijnen er steeds meer digitale unsters aan de waterkant, bekende en minder bekende merken hebben ze in het assortiment opgenomen. En daar is wat voor te zeggen: digitale wegers zijn met één druk op de knop op nul te zetten (handig met een lege natte weegzak eraan) en het gewicht is makkelijk af te lezen. Daarbij zijn ze nauwkeurig, hebben een verlicht display en zijn vaak goedkoper dan de oude vertrouwde analoge unsters.
Eigenlijk uit pure nieuwsgierigheid hebben we in 2011 voor 8 dollar een digitale unster laten overvliegen uit Hong Kong. En wat blijkt… deze zit sindsdien standaard in onze struin-uitrusting! Tot op 10 gram nauwkeurig zijn al vele karpers met deze unster gewogen. In weer en wind en nog nooit heeft dit wegertje ons in de steek gelaten. Regelmatig controleren we wel of het aangegeven gewicht nog juist is. Een betrouwbare methode is twee (of meer) gewichten met een bekende massa te wegen, en tot op de dag van vandaag klopt dit nog steeds. Een andere methode is een unster, waarvan je zeker weet dat deze het gewicht juist aangeeft, te koppelen aan het te testen exemplaar en dan beide unsters van elkaar te trekken – beide unsters moeten dan hetzelfde gewicht aangeven. De unster uit Hong Kong was zoals gezegd spotgoedkoop en onze verwachting daardoor niet al te groot, maar hij doet het al meer dan acht jaar uitstekend!
Niet alleen in China maar ook in Nederland liggen er regelmatig (goedkope) digitale wegers in supermarkten, drogisterijen en budgetwinkels. Deze wegers zijn vaak prima te gebruiken en nauwkeuriger dan de goedkope analoge wegers. Wel even testen of het aangegeven gewicht klopt, maar tot op heden zijn we nooit een weger tegengekomen die afweek. Zeker voor het struinend vissen zijn dit handige unsters omdat ze compact en licht in gewicht zijn. En tijdens stadssessies kunnen omstanders toch beter op deze weger van 5 euro gaan staan dan op je kostbare Reuben Heaton. Het enige nadeel is dat ze op batterijen werken, die uiteraard op blijken te zijn als die dikke vis in je net ligt. Zorg er daarom altijd voor dat je een reserve batterij bij je hebt.
Koeien op afstand houden
Als je in een weiland zit te vissen waarin koeien staan dan duurt het meestal niet lang voordat deze nieuwsgierige dieren je komen begroeten, om daarna de uitrusting eens goed van dichtbij te bekijken. Vooral de kleur groen vinden deze dames onweerstaanbaar. Allemaal heel gezellig natuurlijk, maar in het belang van je uitrusting is het beter om koeien op een afstandje te houden. Dit is simpel op te lossen door je stek te markeren met enkele banksticks en daaromheen een touw te spannen. De lol is er dan voor de koeien meestal snel vanaf.
Maak de hair niet te lang
Hiermee willen we niet zeggen dat je met een korte hair moet gaan vissen, integendeel. Alleen is een hair veel lastiger in te korten dan te verlengen. Als je de hair kort houdt dan kan je het aas zowel aan een korte als lange(re) hair presenteren door gebruik te maken van (boilie) hair extenders. Deze zijn in vele vormen, kleuren en maten te koop, van traditionele stops tot imitatiemais. Als je tijdens het knopen van de onderlijn de hairlengte zo kiest dat de diameter (of lengte) van je aas even lang is als de hair (vanaf de onderkant van de haakbocht gemeten), dan kan je in de meeste gevallen de op dat moment gewenste hairlengte met behulp van een extender instellen.
Gevlochten hoofdlijn als onderlijn gebruiken
Onderlijnen die niet voorzien zijn van een coating zijn prima te maken van gevlochten hoofdlijn. Eén van onze favoriete gevlochten lijnen om (coating-vrije) onderlijnen te knopen is Fox Gravitron, de oudere versie in 15 en 20 lb trekkracht. Dat is een groene, zeer soepele gevlochten lijn die mooi de contouren van de bodem volgt. Deze lijn is helaas niet meer te koop, maar er zijn ongetwijfeld genoeg andere goede gevlochten hoofdlijnen te vinden die prima voor dit doel te gebruiken zijn. Wees dus kritisch als je een duur spoeltje soepel onderlijnmateriaal aanschaft – behalve natuurlijk als het materiaal specifieke eigenschappen heeft die niet bij een gevlochten hoofdlijn worden aangetroffen, zoals een coating.
Haakmaat bij een aasaanbieding met een hair
De maat van de haak kies je naargelang de breedte van het aas welke je op de hair monteert. Zorg ervoor dat je een haakmaat kiest die (net wat) kleiner is dan de breedte van het aas zodat deze zonder belemmering (en argwaan) naar binnen kan worden gezogen door de karper. Over het algemeen houden we een verhouding aan van ongeveer ⅔ van de breedte van het aas. Bijvoorbeeld een 15 mm boilie verlangt dan een breedte van de haak van 10 mm, meest overeenkomend met haakmaat 8. De lengte van het aas is niet bepalend voor de maat van de haak; een string mais vraagt dezelfde haakmaat als een enkele korrel mais op een hair. Het soort haak wordt gekozen naargelang de manier van vissen en de omgevingsfactoren.
Freeline ringwakers maken
Eerst even een stukje geschiedenis over de ringwakers. Eind jaren ’70 en begin jaren ’80 maakten we wakers uit tandpastatubes. Ze kregen de nickname ‘Everclean-wakers’, naar een bekend merk tandpasta uit die dagen. Die tubes waren toen nog gemaakt van metaalfolie, tegenwoordig is het kunststof. Echter je kunt nog steeds ringwakers maken uit een tube mayonaise of mosterd, die zijn nog steeds van metaal.
Op de foto zie je de achtereenvolgende stappen; het is van belang dat je alle randen dubbel omvouwt, te beginnen met de lange zijden. Om de vouwlijn te maken gebruik je een stalen liniaal en je wrijft de randjes om met behulp van het bolle handvat van een metalen schaar (dat is sterk, afgerond en niet scherp) op een harde ondergrond zoals een glasplaat. Het stukje folie dat je nodig hebt voor een waker van ongeveer 2 gram is 150 x 28 mm, dus uit 1 tube maak je 3 of 4 wakers. Voordat je gaat vouwen kan je het folie beplakken met aluminiumplakband of plastic folie van welke kleur dan ook. Wit is in het donker (en overdag) het best zichtbaar, veel beter dan zilver.
Tenslotte rol je de waker rondom een malletje, zoals een oud filmdoosje. Door het folie hier een tijdje omheen te bewegen ontstaat warmte waardoor de waker uiteindelijk mooi rond wordt en dat ook (redelijk) blijft.
Hou wel in gedachten dat het een wegwerpproduct is: je kunt ze kwijtraken tijdens de aanslag en niet zelden ga je er bovenop staan. Dus ja, dan is het tijd voor een nieuwe en is alle moeite voor niets geweest. Aan de andere kant kun je de ringwakers heel erg mooi maken (het oog wil ook wat, zeker als je er constant naar zit te turen).
Hoekafhouders maken
Voor het vissen met een vaste voerkorf is een goede hoekafhouder onmisbaar. Alhoewel hoekafhouders in ruime mate in de handel te verkrijgen zijn kan je ze ook prima zelf maken.
We gebruiken hiervoor het buisje van een wattenstaafje. Hierover schuif je een stukje krimpkous op zo’n manier dat aan beide zijden een paar millimeter vrij blijft. Nadat de krimpkous om het buisje is gestoomd monteer je aan één zijde een wartel die er net overheen past (vaak maat 10 of 11). Vervolgens verwarm je met behulp van een aansteker beide zijden zodat het plastic van het buisje tot de krimpkous respectievelijk de wartel ‘smelt’. Hiermee verwijder je tevens eventuele scherpe hoeken van het buisje. De wartel zit nu ingeklemd tussen de krimpkous en het uiteinde van het buisje. De hoekafhouder is nu flexibel en sterk en gereed om er een voerkorf aan vast te knopen.
Je eigen viskleding verven
Soms ben je op zoek naar viskleding en kan je maar niet vinden wat je zoekt. Zo was ik al een tijd op zoek naar t-shirts met lange mouwen in de kleur groen. Ideaal met warm weer om tevens je armen te beschermen tegen de zon en insectenbeten. Zeker met struinen ploeg je nogal eens door hoog struikgewas en dan ben je niet blij als je dat in korte mouwen doet.
T-shirts met lange mouwen vond ik in overvloed, alleen de kleur groen is waarschijnlijk niet zo in de mode want ik kon het maar niet vinden. Totdat ik op een moment textielverf van Dylon zag liggen bij het Kruidvat. De kleur ‘olive green’ leek mij wel wat. Een paar witte t-shirts met lange mouwen bij de Hema gekocht en het verven kon beginnen. Dit kan op 2 manieren naargelang welke soort verf er is gekocht, met de hand in een teil of in de wasmachine. Je hebt een zakje verf nodig en flink wat zout. Als je met de hand gaat verven heb je ook rubberen handschoenen nodig. Hoe te verven staat allemaal duidelijk op de verpakking uitgelegd dus daar ga ik jullie verder niet mee lastig vallen. Het resultaat na drie kwartier in een teil verf te hebben geroerd zijn 2 mooie egale groene t-shirts met lange mouwen. Goed gelukt, maar de volgende keer neem ik toch verf die geschikt is voor de wasmachine, gemak dient de mens.
Uiteraard kan je hier meer soorten textiel mee verven of je bestaande vervaagde groene viskleding een vers kleurtje mee geven.
Onthaakmat en zonneschijn
De onthaakmat is gemeengoed geworden in de karpervisserij. Met beleid leg je de karper erop om deze te bewonderen en te fotograferen. Een goede zaak, maar let erop dat de onthaakmat niet in de volle zon ligt. Deze kan dan namelijk een zeer hoge temperatuur krijgen die zelfs tot 70 °C kan oplopen! Logisch dat we de karper niet op een dergelijke hete mat mogen leggen. En toch zien we dit wel eens gebeuren, uiteraard niet expres maar soms is men gewoonweg in de chaos van een vangst niet bewust van dit feit.
Het is daarom belangrijk om de onthaakmat uit de volle zon te houden. Mocht dit niet mogelijk zijn, draai de mat dan even om voordat je de karper erop legt. Bij de badkuip-modellen kan er een handdoek of iets dergelijks overheen worden gelegd. Daarbij nog een emmer viswater over de mat zorgt niet alleen voor een natte mat, maar tevens ook voor een mooi gelijkmatig temperatuursverloop.
Hanteren van een soepele workflow bij vangst
Bij de vangst van een karper is het belangrijk dat deze zo snel mogelijk weer in zijn element wordt teruggezet om onnodige stress te voorkomen en herstel te bevorderen. Maar soms wilt men ook graag het gewicht en de lengte weten, en uiteraard die paar mooie foto’s maken. Dan is het van belang om een bepaalde volgorde te hanteren van deze acties om het zo soepel mogelijk te laten verlopen:
- Karper vanuit of met het landingsnet op de onthaakmat
- Emmer water erover
- Onthaken (*)
- Meten
- Fotograferen (statief bij gebrek aan een goede fotograaf)
- Karper in een reeds natgemaakte recovery/weighsling doen en wegen
- Vanuit deze sling terugzetten
Dit is voor ons de snelste volgorde en kost tevens de minste handelingen, ook met betrekking tot het beetpakken van de karper. Eventueel kan je de weighsling vooraf op de onthaakmat leggen zodat de karper alleen nog maar voor het fotograferen opgepakt moet worden. Over het algemeen zwemt op deze manier een karper binnen enkele minuten weer vrolijk rond na de vangst. Daarbij, vanaf stap 3 (*) kan de karper ook teruggezet worden vanuit de onthaakmat, eventueel na een foto van de karper op de natte onthaakmat.
Dit klinkt misschien allemaal wat overdreven, maar zeker bij beginnende karpervissers is het vaak een chaos bij een vangst, en dat komt de karper vaak niet ten goede. Denk dus na over wat te doen als je een karper vangt. Oefen vooraf hoe te handelen, en hoe meer je vangt, hoe soepeler dit op den duur gaat. Daarbij levert het fotograferen met een statief (selfie) op den duur veel mooiere plaatjes op dan een gemiddelde toeschouwer voor je had gedaan – we kennen allemaal wel de ‘postzegelfotootjes’ met een compositie van niks. Oefen hiermee zodat je de karper te allen tijde zo snel mogelijk kan laten zwemmen en de vis bewaren, tot de fotograaf is gearriveerd, voorgoed verleden tijd is.
Boilies bereid uit kant-en-klaar voer
Met een simpel te bereiden boilie gemaakt van kant-en-klaar voer voor huisdieren zit je meestal goed. Een kant-en-klaar voer is lekker, gevarieerd en heeft vaak een sterke geur. We geven het niet voor niets met een gerust hart elke dag weer aan onze honden, katten, vijvervissen of vogeltjes. Het denkwerk van het samenstellen van een uitgebalanceerd voer is immers al voor je gedaan. En bijna elk kant-en-klaar voer is geschikt om een boilie van de draaien. Doel is om zoveel als mogelijk kant-en-klaar voer in de boilie te verwerken. Dit lukt het beste met griesmeel (grof gemalen tarwe) als bindmiddel en uitharder. Het kant-en-klaar voer (malen kan met een koffiemolen indien het droge brokken betreft) mengen met 20 tot 30% griesmeel en aanmaken met eieren is meestal voldoende voor een boilie die prima kan vangen. Eén van onze all-time favorieten zijn boilies bereid uit forellenvoer. Forellenvoer is te koop onder de merknaam Trouvit in de vorm van pellets. Het wordt gebruikt als opfokvoer voor voornamelijk forellen en zalmen, maar het is ook vaak te vinden in karperkwekerijen. Deze pellets zijn prima fijn te malen met een koffiemolen en sommige leveranciers bieden ook reeds gemalen forellenvoer aan. Hou er rekening mee, als je een voorraadje wilt aanleggen, dat pellets langer goed blijven dan reeds gemalen forellenvoer. De verhouding van het deeg ligt om en nabij 80 gram gemalen droge mix per ei. Je kookt de boilies nog ongeveer één minuutje door nadat ze boven komen drijven – totaal zal de kooktijd rond de 2,5 minuten liggen bij een 15 mm boilie. Dan een etmaal laten drogen en je hebt een stevige boilie.
Een zinkende broodvlok doeltreffend monteren
Brood is, zoals beschreven in het artikel over een simpele kijk op aas, een bijzonder goed instant vangend aas. Vooral een langzaam zinkende broodvlok kunnen de karpers vaak amper weerstaan. Alleen om deze goed op je haak te monteren moet je soms het brood steviger aandrukken dan gewenst en is de haak er alleen met moeite nog doorheen te slaan. Beter is het om de vlok door middel van een klein elastiekje te monteren; doe een stuk wit brood door het elastiekje en druk alleen rond het elastiekje het brood stevig aan. Even nat maken en uitwringen helpt ook mocht deze blijven drijven. Dan krijg je een onweerstaanbare langzaam zinkende vlok met een vrije haak. Voor die karpers die niet geïnteresseerd lijken in wat voor aas dan ook werkt dit soms verrassend goed. Als elastiekje voldoen alle gangbare baitbands of Loom Bands.
Pennetjes uitloden met tungsten rigtube
Lood is een zwaar metaal dat niet afgebroken kan worden. Dit houdt in dat een verloren loodje voor altijd in het milieu (viswater) zal blijven. Ook lood dat een organisme binnenkomt zal daar blijven en zich ophopen met alle gezondheidsrisico’s van dien. Het is niet voor niks dat brandstof, verf en vele andere producten tegenwoordig loodvrij zijn. Manieren om lood als mens binnen te krijgen zijn onder andere het inademen van looddamp (zelf lood gieten) of via je handen of mond als je het hebt aangeraakt. In de toekomst zal dan ook het gebruik van lood door sportvissers door de Europese regelgeving aan banden worden gelegd.
Ook de loodhageltjes, meestal gebruikt om een pennetje of dobber mee uit te loden, zullen er een keer aan moeten geloven. Als alternatief gebruiken wij hiervoor vaak een visgerei wat in eerste instantie helemaal niet bedoelt is om een pen mee uit te loden, maar waarmee het wel heel goed gaat; tungsten rigtube. Dit is een tube dat dat meer massa bezit dan normale rigtube door toevoeging van het zware tungsten (Wolfraam). Deze is simpel op maat (gewicht) te knippen en eenvoudig te fixeren aan de hoofdlijn door het stukje tube op een klein stuitje te laten rusten. De rigtube kan ook vastgezet worden door er een ‘sprietje’ in te steken (bezemhaar, dik stukje nylon). Bijkomende voordelen zijn dat het de lijn niet kan beschadigen, in meerdere kleuren te verkrijgen is en je met één verpakking (meestal 2 meter) jaren vooruit kan. De reeds geknipte stukjes rigtube zijn immers herbruikbaar. En je kan deze zelfs op <0,05 gram nauwkeurig knippen! Eigenlijk mag het door al deze voordelen geen alternatief meer genoemd worden omdat het, wat ons betreft, een algehele verbetering is om op deze manier de pennetjes uit te loden.
Vis je met het laatste loodje op de bodem als zinkloodje? Dan kan je hiervoor zinken popup weights gebruiken, zoals de herbruikbare Fox Kwik Change loodjes die in diverse gewichten vanaf 0,1 gram zijn te verkrijgen.
Een sliert imitatiemais maken
(klik op de foto voor een vergroting.) Hiervoor heb je nodig: imitatiemais (1), een mais-stoppertje (3), een rigringetje met een diameter van 3 mm (5) en een dun sterk lijntje. Met behulp van een boilienaald (1) maak je hiermee een sterke sliert imitatiemais (6). Door het gebruik van het rigringetje kan de sliert probleemloos over de haaksteel schuiven. Omdat de gehele buitenkant uit taai en hard kunststof bestaat kan deze sliert tegen een stootje. Vooral met veel witvis of kreeften een veilig gevoel dat de aaspresentatie altijd op orde is. Zo’n vooraf gemaakte sliert imitatiemais is tevens zeer handig om los in de tacklebox te hebben zitten, samen met wat haakstoppertjes (hook beads) om het geheel te stuiten bij de haakbocht. Zo is de sliert in een mum van tijd op een bestaande onderlijn gemonteerd.
Bouw je eigen locator of float controller
In situaties tijdens het oppervlaktevissen dat je de azende karpers (net) niet kan bereiken ontkom je er niet aan om een locator of float controller in te zetten. Gelukkig is een lichte variant van een locator of float controller niet moeilijk om zelf te maken. Het is tenslotte niks meer dan een drijvend hulpgewichtje om drijvend aas, zoals een hondenbrokje, verder te kunnen ingooien. Voor dit doel hebben we een float controller gemaakt met een werpgewicht van 7,5 gram. Dit is genoeg om, met een soepele lichte hengel, zeker 30 meter ver te kunnen ingooien. Voor de meeste situaties is deze afstand ruim voldoende. Door het gebruik van een inline buisje die dwars door de polybal loopt, wordt de lijn een paar mm boven het wateroppervlakte gehouden. Daarbij heeft het geheel een kiel die haaks op de richting van het buisje staat om weerstand in het water te bieden, zodat de float controller min of meer op haar plek blijft bij een aanbeet (monteer alleen een klein stuitje aan de kant van de haak). Een float controller die de karper zo min mogelijk stoort dus!
Benodigdheden:
- Polybal met een diameter van 3 cm
- Draadkrom ( krammen) van 3,5 x 40 mm
- Plastic buisje van een wattenstaafje
- Krimpkous 10 mm (na krimp 5 mm)
- Styropor lijm
- Eventueel lak op waterbasis
Als eerste breng je het buisje in de polybal aan. Met een spijker, of iets dergelijks, druk je voorzichtig een gat in de bol ter hoogte van net uit het midden. De bol drijft namelijk door het gewicht van de draadkrom precies tot de helft in het water. Zo wordt de lijn mooi door het buisje, net boven het wateroppervlak gehouden. Het reeds op lengte geknipt buisje kan je met een aansteker ontdoen van scherpe randjes door de uiteinden licht te laten smelten. Dit doe je uiteraard voordat je het buisje in de bol plaatst. Met wat styropor lijm (verkrijgbaar bij de betere hobbyzaak) plak je deze vast.
De draadkrom wordt nu voorzien van een stuk krimpkous zodat deze een kiel vormt waardoor deze weerstand krijgt in het water. Knip het krimpkous voor het stomen op maat inclusief de ronding van de bal, laat hierbij ongeveer 2 cm van de pootjes vrij. Stoom het krimpkous om de draadkrom heen. Hierna wordt de draadkrom in de bal gelijmd. Dit doe je door de draadkrom voorzichtig onderin de bol te duwen haaks (in een hoek van 90°) op het buisje. Dit laatste is erg belangrijk voor het funtioneren van deze float controller. Draadkrom er weer uithalen, polylijm in de ontstane gaatjes doen en de draadkrom permanent plaatsen.
Na goed drogen is de float controller klaar voor gebruik. Maar het mooiste is natuurlijk om het geheel naar eigen wens van een (on)opvallend kleurtje te voorzien. Geschikt hiervoor zijn lakken op waterbasis en Ruwa jachtlak. De draadkrom zelf kan je van een kleurtje voorzien met een permanente marker.
Deeg maken van droge kattenbrokjes
Groot voordeel van deeg bestaande uit kattenvoer is dat het instant kan vangen. Het is ideaal aas om in te zetten met een freeline methode, zoals een flinke bal deeg met waker, of onder een pennetje. Voorvoeren met beleid zal zeker een positieve uitwerking hebben, maar is dus niet noodzakelijk. Kattenvoer heeft eenmaal reeds instant een grote aantrekkingskracht op karper. Let wel dat het geen aas is voor langdurige voerpartijen, omdat het voor carnivoren (immers katten) is samengesteld, en de karper een omnivoor is. Meestal neemt men hiervoor ‘nat’ kattenvoer uit blik, maar ook uit droge kattenbrokjes kan er een uitstekend deeg worden gemaakt. Voordeel hiervan is dat het als droge mix mee te nemen is naar de waterkant, om er daar met wat viswater eenvoudig een deegje van te kneden. Handig als het deeg opraakt, of om gewoon snel een ander aas uit te proberen. Daarbij is deeg gemaakt van gemalen kattenbrokjes wat minder vet dan deeg gemaakt uit de blik-variant. Hierdoor stolt het deeg in koud water minder, waardoor het in de wintermaanden zachter blijft dan de blik-variant.
De benodigdheden zijn een zak kattenbrokjes, paneermeel en een koffiemolen om de harde brokjes fijn te malen. De foto’s spreken voor zich en de gewichten geven een richtlijn aan hoeveel te gebruiken. De verhoudingen kunnen per soort kattenbrokjes een klein beetje verschillen. Maar de rekenkundige formule, die onderin deze tip is te vinden, is meestal behoorlijk precies. Als de droge mix klaar is, kan je een potje of flesje vullen met deze mix voor aan de waterkant, of voor latere bereiding. Voeg water toe (dit kan je ook wegen) en laat dit enkele minuten weken voordat je het tot een zacht en stevig deeg gaat kneden. Het deeg is klaar als het niet meer blijft kleven aan je handen. Een andere optie is om het niet te kneden tot een deeg maar het fijn te houden. Net zoals witvissers meestal hun lokvoer klaar maken. Dan bestaat de mogelijkheid om er aan de waterkant een balletje deeg van te kneden en er tevens als fijn wolkend lokvoer mee te voeren. Een hele goede attractor!
Een goede leidraad is de volgende formule; X gram kattenvoer + (0,6 • X) gram paneermeel = Y gram, en dit aanmaken met (1,2 • Y) gram water Voorbeeld; aan 100 gram gemalen droge brokjes voeg je dus 0,6 x 100 = 60 gram paneermeel toe. Dit maak je aan met (100 + 60) x 1,2 = 192 gram water. Totaal maak je dus uit 100 gram brokjes 100 + 60 + 192 = 352 gram deeg. Uit een zak van 1 kilogram kattenbrokjes haal je dus ruim 3,5 kilogram deeg.
Een karper nauwkeurig wegen en meten
Als je besluit om de gevangen karpers te gaan wegen en/of te meten is om dit nauwkeurig te doen geen extra werk, het vereist alleen een nauwkeurige meetwijze. En nauwkeurige meetinstrumenten natuurlijk. Deze hoeven trouwens helemaal niet duur te zijn.
Meten van de lengte
Er zijn meerdere methodes om de lengte van een vis op te meten. Maar diegene die we gebruiken om de totale lengte voor karpers te bepalen, is deze met met een gespreide staartvin. Dus niet naar achter geschoven. Deze methode wordt immers ook gehanteerd in verschillende conditiefactoren voor vissen, zoals de Fulton Index. Tevens wordt deze manier van opmeten, onder andere, ook gebruikt in professionele viskwekerijen en tijdens visstandonderzoeken door Sportvisserij Nederland . Het meetlint leg je daarbij recht onder de karper, plat op de onthaakmat. Dus niet (schuin) bovenop de karper. Dat laatste geeft al snel een afwijking naar boven van meer dan 5%!
Wegen
Het gewicht bepalen we zo nauwkeurig mogelijk als het weeginstrument aangeeft. Veel digitale unsters geven bijvoorbeeld op 10 gram nauwkeurig het gewicht aan. Analoge unsters zijn vaak onderverdeeld in stappen van 100 gram. Traceer het weeginstrument op nul met daaraan de lege natte weegzak. Of weeg de karper met weegzak en al, en trek het exacte gewicht van de zeiknatte weegzak er achteraf af. Dit scheelt een handeling waardoor het een snellere methode is. De natte weegzak heeft namelijk een constant gewicht en hoeft dus niet steeds opnieuw te worden gewogen. Een andere methode die vooral handig is bij het wegen van (wat) kleinere karpers, is in een emmer of teil die op een platte digitale weegschaal staat. De met viswater gevulde emmer of teil op nul traceren, en het gewicht van de karper kan je héél nauwkeurig aflezen. Dit is voornamelijk de methode die professionele viskwekerijen en Sportvisserij Nederland tijdens onderzoeken naar de visstand hanteren.
Tijdens het vissen wordt meestal een losse weegklok of ander mobiel (digitaal) weeginstrument gebruikt. Bij dit soort weeginstrumenten (unsters) is het zaak om niet het (vaak uit kunststof vervaardigde) omhulsel van het instrument – waar het metalen weegmechanisme in is gemonteerd – vast te pakken, maar het handvat of metalen ring bovenop de weegklok zelf. Deze is speciaal daarvoor gemaakt en is direct verbonden met het weegmechanisme. Dit zorgt ervoor dat het gewicht van de karper loodrecht hangt aan het weegmechanisme. Als het omhulsel vastgepakt wordt tijdens het wegen, dan hangt het interne metalen weegmechanisme tegen de onderkant van het omhulsel, en tevens is de kans dat het omhulsel wat schuin wordt gehouden erg groot. Hierdoor ontstaat er een foutieve doorgave van de kracht op het weegmechanisme. Het hangt immers dan niet meer loodrecht naar beneden, maar wordt de kracht scheef verdeeld met een foutieve waarde als gevolg. Daarbij is vastpakken aan het omhulsel slecht voor de levensduur van je mooie weegklok.
Weerhaak of weerhaakloos?
Steeds meer aandacht komt er voor visveilige systemen. Een goede zaak, en het vissen met of zonder weerhaak is daar ook een onderdeel van. Wij zijn bij diverse onderzoeken naar de visstand van Sportvisserij Nederland geweest, en hebben duizenden vissen op deze manier kunnen bekijken, meten en wegen. En dan zijn er nog de vele vissen van onze eigen vangsten. Opvallend was dat we geen enkele vis hebben gezien met een weerhaakloze haak in de bek, en amper met een micro-weerhaak nog in de bek. De conclusie was dan ook snel gemaakt, deze haken laten los uit de karperbek mocht er onverhoopt iets fout zijn gegaan. Dat een weerhaakloze haak uit de bek lost is logisch, maar ook micro-barbed weerhaken laten op den duur los uit de bek. Daarentegen kunnen full-size weerhaken wel vast in de bek blijven zitten. Maar wanneer is nou het beste welk soort weerhaak in te zetten?
Vissend met systemen waarbij je zelf de haak moet zetten, de zogenaamde freelinesystemen, is een weerhaakloze haak (barbless) aan te raden. Dus bijvoorbeeld bij het vissen met een pennetje, aan de oppervlakte met drijvend aas of met ballen deeg met een freelinewaker. Bij deze systemen heb je het vanaf de eerste seconde waarin je contact met de vis hebt, dus direct na het aanslaan, het helemaal zelf in de hand. Belangrijk is dat er tijdens het drillen continue druk op de haak wordt gehouden, maar we nemen aan dat dat reeds is aangeleerd voordat de keuze voor karpervissen was gemaakt. ‘Wandelen’ van de haak is dan ook niet aan de orde. Met een weerhaakloze haak is er tevens meteen een veiligheidssysteem ingebouwd bij freelinesystemen. En aangezien deze visserij vooral wordt bedreven met soepele hengels met een nylon lijntje, is beschadiging van de bek zo goed als uitgesloten.
Een haak voorzien van een micro-weerhaak (micro-barbed) is vooral nuttig met boltrigsystemen. De run heb je namelijk niet zelf in de hand. Denk hierbij aan bijvoorbeeld karpers die met hun kop schudden, niet in een rechte lijn vluchten of obstakels die in het pad liggen waardoor de lijn vreemde hoeken gaat maken. En niet te onderschatten; de tijd van het begin van de aanbeet totdat de hengel daadwerkelijk is opgepakt tijdens nachtvissen. Dan is een micro-weerhaakje gewenst zodat de haak niet gaat ‘wandelen’ tijdens deze run. Eenmaal de hengel opgepakt heb je het uiteraard wel weer zelf in de hand door continue voldoende druk te houden.
Haken die voorzien zijn van een full-size weerhaak vissen we alleen mee als de weerhaak tot een bolletje is geknepen. En dan alleen bij boltrigsystemen. Niet de hele weerhaak fijnknijpen, maar de achterkant ervan ombuigen tot de haaksteel met een fijn tangetje.
Een palomar knoop leggen
Sterke en betrouwbare knoop voor alles met een oog. Geschikt voor alle lijnsoorten. De sterkte ervan benaderd de trekkracht van de lijn.
Een lus leggen met de achtknoop
Sterke knoop om een lus te maken. De naam is ontstaan uit de acht die ontstaat (zie 5) als je deze knoop aantrekt.
Een no knot leggen
De aangewezen knoop om onderlijnen te maken met een doorlopende hair. Aangezien deze alleen te leggen is met beide einden van de visdraad wordt het technisch niet als een knoop gezien. Vandaar dus de naam ‘no knot’ of ‘knotless knot’.
Een lus splicen uit splice leader
Een lus splicen uit leader materiaal doe je met behulp van een splice naald. Zorg voor minimaal 2,5 cm lengte van de splice voor een hele sterke lus.
Zelf de testcurve van hengels meten
Om de testcurve van hengels zelf op te meten moeten we eerst weten wat deze inhoudt: De kracht (x lb) die nodig is om een blank loodrecht krom te trekken. Meestal uitgedrukt in Engelse ponden (lb) omdat halverwege de twintigste eeuw Engelse fabrikanten deze methode gingen hanteren. De testcurve zegt niks over de verdeling (actie) van de buiging.
Een simpele methode om de testcurve te bepalen is om een emmertje aan de hoofdlijn vast te maken en deze te vullen met water tot de hengel 90° krom staat. De emmer niet aan het topoog laten hangen (!) maar een molen monteren en de lijn door alle ogen halen. Dan is ook goed te zien hoe de actie (verdeling van deze loodrechte buiging) zich verhoudt. Staat de hengel 90° krom? Dan weeg je simpelweg de emmer met water. Let erop dat wij in Nederland in metrische pond wegen ( 0,5 kg) maar de TC opdruk in pound (lb, Engelse pond) is. Eén pound = 0,454 kilogram.
Blokjes aas maken met een frietsnijder
Bij veel huishoudens te vinden in de keuken; een frietsnijder. Met een frietsnijder maak je zelf eenvoudig de lekkerste friet. Je plaatst de aardappel, met of zonder schil, tegen het snijoppervlak. Even op de hendel duwen en voila; uw aardappel is veranderd in frieten.
Maar uiteraard kan je er ook andere eetwaren in snijden, zoals bijvoorbeeld het beproefde aas Smac, of frikandel. Leg je het in de breedte dan zijn het meteen hanteerbare blokjes geworden. Bij langere stengels snel te snijden in blokjes. Vaak standaard voorzien van 2 verschillende groottes snijplaten, zodat je zowel kleinere als grotere blokjes kan maken. Gewoon een handig hulpmiddel om snel verschillende soorten aas hapklaar te maken.
Hennepzaad laten kiemen door deze te laten groeien
Hennepzaad die we in de sportvisserij gebruiken is een levensvatbaar zaadje. Door deze te weken en te koken lijkt het erop dat het zaadje kiemt. Maar de werkelijkheid is dat door het koken het zaadje morsdood is geworden, en geen kans heeft gehad om daadwerkelijk te kiemen (groeien). De inhoud zet uit en breekt open wat op een kiem lijkt. In de volksmond noemen ze dit vaak kiemen, maar dat is het niet. Gevolg is dat vaak maar de helft is opengebroken en het witte puntje klein is.
Maar omdat het een levensvatbaar zaad is, mits goede kwaliteit (lees verse kwaliteit) kan je deze ook echt laten kiemen. Dus dat er daadwerkelijk het allereerste begin van een plantje groeit. Iets wat vooral vroeger vaak werd gedaan voor een flinke, aantrekkelijke, witte kiem.
Dus als je het hennep echt wilt laten kiemen; was de hennepzaden eerst en doe ze in een kussensloop of oude bewaarzak 24 uur weken. Vervolgens leg je deze sloop of zak in de zon en houdt deze vochtig met een plantenspuit. Na 1 of 2 dagen heb je gekiemde hennep. Even (dood) koken om het groeiproces te stoppen.
Er zijn dus 2 manieren waarvan de laatste aanzienlijk meer en grotere kiemen oplevert. Bij hennep alleen in je voer heeft de echt gekiemde manier onze voorkeur. In de boilies verwerkt heeft weken ( 24 uur) en koken (20-30 minuten) onze voorkeur.
Publicatiedatum 01-03-2015 / laatste update 02-05-2022