“Waar vis je mee?” Een regelmatig gestelde vraag aan de waterkant die bijna automatisch aan het gebruikte aas wordt gelinkt. Hiermee wordt de indruk gewekt dat aas het belangrijkste onderdeel is van (karper)vissen. Dit is wat ons betreft niet helemaal het geval; het lokaliseren van de karpers, en deze met de juiste techniek benaderen is minimaal net zo belangrijk. Maar dat goed aas een belangrijke schakel is in het geheel, is een feit. Aas is voor vele karpervissers een wetenschap op zich. Tot op de procent nauwkeurig wordt bepaald hoeveel van dit of dat aanwezig moet zijn. Daarbij nog wat smaakmakers, geurtjes en andere (vaak mysterieuze) triggers en het maken van goed aas lijkt een beroep op zich. Maar ook met een eenvoudige benadering, door simpelweg logisch na te denken en vooral niet al te moeilijk te doen, kan je al tot een goed aas komen. De exacte wetenschap erachter laten we in dit artikel buiten beschouwing, dus laten we beginnen met een simpele kijk op aas.
Omnivoren
Karper is een omnivoor, een alleseter. Dat maakt het kiezen van het juiste aas meteen een stuk gemakkelijker, want ze eten dus zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Met hun baarddraden verkennen ze het voedsel, ze zuigen via hun bek het aas naar binnen en met de keeltanden malen ze het voedsel voordat het in het spijsverteringskanaal terechtkomt. Wat dat betreft is het allemaal niet zo heel verschillend met vele andere omnivoren, zoals de mens. En met de mens gaan we dan ook proberen om een simpele vergelijking te trekken. Het is zeker geen exacte wetenschap maar meer een manier van logisch denken om tot de beginselen van goed vangend aas te komen.
Zowel de mens als de karper zijn omnivoren en opgebouwd uit dezelfde voedingstoffen. Je mag hieruit de conclusie trekken dat wat de mens als basis eet dit tevens voor de karper geldt.
Smaak
Een eenvoudige theorie waar we wat mee kunnen is dat wat je niet lust, niet goed voor je is. Ieder organisme heeft een ingebouwd waarschuwingssysteem dat zegt ‘spuug uit!’ om vergiftiging of allergie te voorkomen. Omgekeerd kan je dan ook zeggen dat wat je lekker vindt, goed voor je is. En dan moet je niet denken aan onnatuurlijk (door de mens zelf gemaakt) snoepgoed of medicijnen, maar aan natuurlijke voedingsmiddelen. Soms vind je iets lekker, maar na een paar stuks heb je er genoeg van. Neem bijvoorbeeld een appel. Na een paar appels gegeten te hebben vind je de smaak viezer worden terwijl de smaak in werkelijkheid niet verandert. Van andere voedingsmiddelen die je dagelijks eet zoals brood, aardappelen of rijst kan je veel meer eten voordat het spreekwoordelijk ‘je strot uitkomt’. Zowel de appel als het brood zijn belangrijk, maar de verschillen in benodigde hoeveelheid zijn aanzienlijk. Variatie in het voedsel is dus belangrijk. Bij een karper werkt dat net zo: vindt de karper iets vies (worden) dan eet hij het niet (meer).
Belangrijk is dat de smaak, ook op langere termijn, als lekker wordt ervaren. Dit bereik je vooral met gevarieerd aas (of gevarieerd opgebouwd aas zoals deeg en pellets). Vooral als je met het aas wilt gaan voorvoeren, is dit erg belangrijk.
Geur
Vissen hebben twee neusgaten aan de voorkant van de kop. De neusgaten staan in verbinding met het reukslijmvlies, vergelijkbaar als in onze neus. Karpers gebruiken hun reukzin voornamelijk om eten te vinden en om vruchtbare soortgenoten te vinden tijdens de paai. Net als smaak wordt ook geur ervaren als lekker, neutraal of vies. Alleen is geur een hele goede trigger die, in tegenstelling tot smaak, ver kan reiken. Denk hierbij aan de geur uit een keuken waarvan het ‘water in je mond loopt’. De geur voorspelt wat er gaat komen en wekt de eetlust op, de spijsvertering komt op voorhand al op gang. Een situatie die we zeker onder water willen creëren!
Aas dat de karper van ver aantrekt met een geurspoor dat geassocieerd wordt met lekker voedsel, is belangrijk om tot goede vangsten te komen. Dit is helemaal het geval tijdens statisch vissen waar je op de karper 'wacht'.
Hardheid
Als we de vergelijking trekken met een mens dan kan je aannemen dat hard voedsel verwerkt kan worden door flink te kauwen, maar dit doen we liever niet continue. Voedsel waar je flink op moet kauwen voordat het doorgeslikt kan worden kost namelijk energie. Zacht voedsel daarentegen slikken we met weinig kauwen door en kost dus minder energie. Dit is mede de reden dat wij veel van ons voedsel (gaar) koken. Ook voor karpers geldt dat kauwen energie kost. En het overlevingsmechanisme (instinct) van de karper zal altijd de weg kiezen die het meeste oplevert.
Zacht(er) aas heeft voordelen, vooral als het in grotere hoeveelheden wordt gegeten. Het is dus aan te raden om niet met te harde boilies of ander hard aas (zoals tijgernoten) veel te voeren.
Formaat
Een mens zal een gehaktbal in één keer in keer naar binnen kunnen werken, maar prefereert, om het handelbaar te houden en de spijsvertering te bevorderen, om er diverse happen uit te nemen om het vervolgens fijn te kauwen. Nu kunnen karpers geen happen nemen, ze hebben tenslotte alleen keeltanden en geen snijtanden voorin de bek. En héél belangrijk, karpers kunnen geen voedsel groter dan 3% van hun lichaamslengte tussen die keeltanden krijgen (*) – een karper van bijvoorbeeld 70 cm zal aas groter dan ongeveer 2 cm niet rechtstreeks kunnen kraken. Denk daar maar eens over na als je harde boilies van 20 millimeter, of groter, gaat inzetten. Karpers prefereren dus klein(er) aas. Dit scheelt ook in het reduceren van het aantal kauwbewegingen, wat energie bespaart. Nog een voordeel van klein(er) aas is een soort van gewenning aan het eten ervan – denk aan borrelnootjes die je vaak onbewust pakt, ook al heb je er eigenlijk helemaal geen behoefte (meer) aan.
Klein(er) aas heeft veel voordelen, vooral als er (langdurig) mee gevoerd gaat worden.
Voorbeelden van goed aas en voer
Met deze denkwijze, en aanbevelingen, in het achterhoofd kan je een plan maken om een goed aas en voer te kiezen of zelf te maken. Wat je voor jezelf eerst moet bedenken is wat je met het aas wilt gaan doen. Wil je ermee instant gaan vissen, voorvoeren, of er een voerplek voor langere tijd mee onderhouden? Hieronder vind je voor deze verschillende manieren van aanpak, voorbeelden van goed aas.
Instant vissen – suikermais
Voor het instant vissen kies je aas dat lekker smaakt, niet te hard en te groot is en natuurlijk overkomt. Dit laatste wil zeggen dat karper het instant als voedsel herkent. We komen dan al gauw uit op particles, zoals bonen en granen. De absolute favoriet hiervan is suikermais. Deze zachte, zoete, mais uit blik vangt overal en blijft vangen. Niet te verwarren met het keiharde (onrijpe) snijmais die in Nederland veelvuldig wordt verbouwd. Dit is een totaal andere soort mais, niet geschikt voor menselijke consumptie en wordt voornamelijk gebruikt als vee- of vogelvoer. Suikermais daarentegen wordt geïmporteerd uit de warmere streken en is ingeblikt te koop bij de supermarkten. Het is wel behoorlijk witvisgevoelig, goed instant aas wordt nu eenmaal niet alleen door karpers gegeten. Maar als je zonder voorvoeren een karper wilt vangen komt suikermais wat ons betreft op de eerste plaats. Mede ook omdat het gemakkelijk te bevestigen is op zowel de haak als aan een hair.
Instant vissen – brood en deeg
Een ander goed instant aas is brood. Het is tenslotte een gebakken mix van diverse soorten granen. Zoals in de inleiding beschreven is de gebruikte techniek ook erg belangrijk. Het grote voordeel van brood is dat je er zowel drijvend als zinkend mee kan vissen. Gooi een drijvende broodkorst tussen een paar aan de oppervlakte azende karpers en het is vaak een kwestie van minuten voordat de hengel krom staat. Maar ook zinkend brood wordt instant gegeten door de karpers, vraag het maar aan elke willekeurige penvisser. Je kan er zelfs zonder extra toevoegingen (buiten eieren) boilies van draaien, handig als je veel witvis op je stek verwacht. En in stadswateren, waar de eendjes continue gevoerd worden met brood, ontstaat een aasgewenning die nooit stopt waar je je voordeel mee kan doen. Een andere manier van vissen met brood zijn ballen deeg. Uit gemalen broodkruimels (paneermeel) maak je eenvoudig, door water toe te voegen, een zacht deegje. Hieraan kan je eventueel toevoegen wat je maar wilt. Voorbeelden hiervan zijn Trouvit (opfokvoer voor jonge forellen), kattenvoer, stroop, hondenvoer. Je kan het zo gek niet bedenken, maar hou het simpel.
Instant vissen – insectenlarven en wormen
Een ander niet te onderschatten instant aas zijn insectenlarven, mestpiertjes en regenwormen. Vooral muggenlarven staan op het menu van de karper. Helaas zijn muggenlarven lastig in te zetten als haakaas, maar het is wel een uitstekend ingrediënt om te verwerken in je voer of haakaas (zoals deeg of boilies). Gelukkig zijn er ook bruikbare insectenlarven, zoals maden. Deze larven zijn een attractief aas dat het tevens goed doet in de koudere maanden. Buiten dat maden (mestpiertjes en wormen) goed op de haak zijn te bevestigen, zijn er ook speciale madenclips te koop waarmee deze tevens gemakkelijk aan een hair zijn te presenteren. Met behulp van een siliconenslangetje kan je de hair stijver maken, zodat de maden deze niet in de knoop kunnen kronkelen.
Voorvoeren
Ben je van plan om te gaan voeren voordat je gaat vissen, dan komen er al snel boilies om de hoek kijken. Voordeel is dat kleine witvis niet veel kan met een boilie zodat ze blijven liggen totdat de grotere vissen zoals karper ze ontdekt hebben. Zoals we al besproken hebben is het van belang dat de karpers het aas nog wel lekker moeten vinden na enkele dagen. Van een boilie kan je een prima gevarieerd aas maken, dit in tegenstelling tot alleen particles. Uitsluitend met particles voeren biedt weinig variatie waardoor de kans op verzadiging toeneemt (het komt ‘de strot uit’). Voer ook niet te veel, doel van een (paar) dag(en) voeren is dat ze je aas kennen als een lekkere en veilige snack. Voer je te veel, dan ligt je haakaas tussen een overschot aan (rottend) voer of zitten de karpers gewoonweg ‘vol’. Probeer hier ook gewoon logisch na te denken met betrekking tot de verwachte hoeveelheid karpers op je voerplek in verhouding tot de totale hoeveelheid voer.
Voorvoeren – particles
Wil je toch met particles voeren dan is het, om verzadiging te voorkomen, aan te raden om een mix van verschillende particles te gebruiken. Waar wij goede ervaringen mee hebben is een mix van gekookte hennep en tarwe, eventueel aangevuld met het aas waarmee je gaat vissen (bijvoorbeeld mais, insectenlarven, deeg, huisdiervoer). Wat ook vaak gebruikt wordt is duivenvoer, een mix van diverse soorten particles. Laat het duivenvoer eerst 48 uur weken voordat je het gaat koken, zodat ook de hardste pellets van de mix tegelijk gaar worden met de rest. Want wat we niet willen is dat de ene soort particle reeds gaar is terwijl de andere nog keihard is. Langdurig weken voordat je het gaat koken is dus het motto.
Voorvoeren – boilies
En last but not least: de boilie. Met een simpel te bereiden boilie gemaakt van kant-en-klaar voer voor huisdieren zit je meestal goed. Een kant-en-klaar voer is lekker, gevarieerd en ruikt meestal goed. We geven het niet voor niets met een gerust hart elke dag weer aan onze honden, katten, vissen of vogeltjes. Het denkwerk over het samenstellen van dit uitgebalanceerd voer is immers reeds gedaan. En dit is niet op een zolderkamer uitgedokterd, na het lezen van enkele artikelen, maar door specialisten uit de voedingsmiddelenindustrie. Zij begrijpen, na jarenlange studie, tot moleculair-niveau de wetenschap ervan. En bijna elk kant-en-klaar voer is geschikt om een boilie van te draaien. Wij hebben bijvoorbeeld hele goede ervaringen met kattenvoer (zeer goed instant vangend, maar minder duurzaam) en hondenvoer (duurzaam, immers voedsel voor omnivoren) , of een mix hiervan (snel vangend en redelijk duurzaam). Eén van onze all-time favorieten (het werd immers al in duurzaam vangend deeg verwerkt in de jaren ’70) zijn boilies bereid uit forellenvoer. Forellenvoer is te koop onder de merknaam Trouvit in de vorm van pellets. Het wordt gebruikt als opfokvoer voor voornamelijk forellen en zalmen, maar het is ook vaak te vinden in diverse karperkwekerijen. Deze pellets zijn prima fijn te malen met een koffiemolen en sommige leveranciers bieden ook reeds gemalen forellenvoer aan. Hou er rekening mee, als je een voorraadje wilt aanleggen, dat pellets langer goed blijven dan reeds gemalen forellenvoer. Doel is om zoveel als mogelijk kant-en-klaar voer in de boilie te verwerken. Dit lukt het beste met griesmeel (grof gemalen tarwe) als bindmiddel en het is tevens een prima uitharder. Het kant-en-klaar voer malen en mengen met 15 tot 30% griesmeel en aanmaken met eieren is meestal voldoende. De verhouding van het deeg ligt om en nabij 80 gram gemalen droge mix per ei. Kook de boilies nog ongeveer één minuutje door nadat ze boven komen drijven – totaal zal de kooktijd rond de 2,5 minuten liggen bij een 15 mm boilie. Dan een etmaal laten drogen voor een stevige boilie. En niet geheel onbelangrijk, zeker als je wilt gaan voeren, zelfgemaakte boilies uit kant-en-klaar voer zijn over het algemeen veel goedkoper dan wat er zoal aan boilies in de winkel ligt.
Voerplek onderhouden
Mocht je van plan zijn om een voerplek voor langere tijd te onderhouden, dan is het raadzaam om natuurlijke en gevarieerde ingrediënten te gebruiken zodat de karpers het lekker blijven vinden. Oftewel dat ze gezond blijven op je voer. De hierboven beschreven boilies gemaakt uit kant-en-klaar voer voor honden of vissen, voldoen hiervoor uitstekend. Liever vermijden we extra conserveermiddelen en andere chemische triggers (een krentenbol die 2 jaar vers blijft eet je zelf immers toch ook niet op?). Kijk ook kritisch naar de zogenaamde goedkope ‘voerboilies’ omdat deze vaak niet aan de onderstaande conclusie voldoen. Daarbij is voeren met boilies waarmee je niet wilt gaan vissen krom. Beter is om het allemaal in eigen hand te houden zodat je weet waarmee je voert!
Een geschikt voer om langdurig mee te voeren moet gedurende deze tijd attractief blijven voor de karpers. Dit voer is daarom gevarieerd, niet te hard, niet te groot en is opgebouwd uit natuurlijke ingrediënten.
Zoals je ziet is de basis om een goed voer en aas te kiezen, of te maken, helemaal niet moeilijk. Er logisch over nadenken is het motto. Doe er je voordeel mee!
Johan
* Proefschrift: Sibbing; “Food handling and mastication in the carp”
Publicatiedatum 06-05-2017 / laatste update 12-09-2020