We gaan hier een alternatief (of aanvulling) voor het vissen met een licht pennetje behandelen; het vissen met een drijver en volgdrijvertje. En dan door de drijver onder water te zetten. Een methode die door de Rotterdamse penvisser Frits Jansen is uitgekristalliseerd in diverse viswateren. En met bijzonder veel succes getuige de honderden karpers die hij vangt in een seizoen. In samenwerking met Karper Idee zijn hier de drijvers uit ontstaan.

Wat is het?

De methode is vrij simpel maar wel wezenlijk anders dan het vissen met een traditioneel pennetje. In plaats van een pennetje monteer je een drijver met vlak daarachter een klein volgdrijvertje. Er is dus sprake van een drijver en een volgdrijvertje, twee verschillende dingen. De bedoeling is dat de drijver net onder water komt te staan. Deze is wit van kleur omdat wit de meeste lumen onder water terugkaatst, en zodoende de drijver het best zichtbaar blijft onder water. Het testen van de troebelheid van water wordt immers ook uitgevoerd met een spierwitte ronde schijf (Secchi-schijf). Boven water is de best zichtbare kleur afhankelijk van het contrast. Het kleine volgdrijvertje kan dus eventueel naar smaak een contrasterend kleurtje krijgen. Oranje bij een groenige achtergrond, geel bij een donkere achtergrond en zwart bij een bruinige achtergrond en schittering. Maar wit voldoet in de meeste gevallen gewoon prima.

De drijver onder water is minder gevoelig voor wind en heeft een constante opwaartse kracht. Bij een aanbeet blijft deze opwaartse kracht gelijk omdat er geen antenne (en soms nog een deel drijflichaam) onder water wordt getrokken. Op deze manier kan je bijzonder licht met kleine draagvermogens vissen, ook in wat ruigere omstandigheden. Vanaf 0,2 gram is geen enkel probleem, de drijvers zijn momenteel ontworpen met een draagvermogen van 0,2 – 0,3 en 0,5 gram. En is de drijver uit het zicht verdwenen zonder een idee te hebben van hoe of wat, dan heb je altijd nog het volgdrijvertje. Uitloden kan naar eigen inzicht en naar gelang de grootte en gewicht van het gebruikte aas is dit soms zelfs overbodig. Hierover later meer in het hoofdstuk praktijk.

De drijvertjes van Frits Jansen en Karper Idee

In het begin handwerk, maar nu zijn het 3D-geprinte drijvers geworden. Zo is het minder arbeidsintensief om te maken, goedkoper en sneller leverbaar. Het is echt een gebruiksproduct. De drijvers zijn gemaakt van PLA wat biologisch afbreekbaar is. De bevestiging gaat met behulp van siliconenslang. Voor de drijver heeft deze slang een binnendiameter van 3 mm en het kleine volgdrijvertje behoeft een binnendiameter van 5 mm. Op deze manier kan er, als er reeds een drijver is gemonteerd, achteraf een volgdrijvertje geplaatst worden, of andersom. De 5 mm siliconenslang kan immers zo over de haak en het smallere slangetje van de drijver worden geschoven. En de drijvers zijn door de bevestiging met de slang gemakkelijk verwisselbaar, zodat een drijver met een ander draaggewicht binnen enkele seconden is verwisseld. Of eventueel voor een snelle switch naar een Combipen die ook bevestigt kan worden met de siliconenslang. Handig.

Praktijk

De inzetbaarheid en uitloding van de onder water methode is afhankelijk van het formaat van het gebruikte aas;

• Met klein aas waarop de drijver niet uit zijn eigen zinkt is het zaak om deze uit te loden. Alleen een zinkloodje kan voldoende zijn, maar het is wat nauwkeuriger om ook de opstaande lijn van wat verzwaring te voorzien. Dus hetzelfde als het vissen met een traditioneel pennetje.
• Met aas waarop de drijver zinkt is uitloding niet noodzakelijk. Vooral met ballen deeg is dit een manier van vissen die de auteur vaak toepast. Haak, drijver, volgdrijvertje. Dat is alles. En is de bal deeg er door witvis of kreeft eraf gesnoept, komt de drijver vanzelf omhoog. Aangezien een bal deeg massa genoeg heeft om een zwaardere drijver te doen laten zinken, is er de 0,5 grams drijver gekomen. Daarmee kan er op wat langere afstand of in wat meer stroming gevist worden. Deze 0,5 grams drijver is uiteraard ook goed inzetbaar met klein aas met minimaal een zinkloodje als uitloding.
• Iets heel anders; snel switchen naar een aanbieding met drijvend aas. Vis je zonder lood kan er direct drijvend aas worden aangeboden. Vis je met een uitloding moet het lood eraf, en in geval van een uitloding met loodvrije Fox Kwik Change loodjes is dit zo gebeurd. Het volgdrijvertje kan je eraf halen en de drijver dient dan als handige locator. Deze snelle omschakeling naar drijvend aas heeft veel bonusvissen opgeleverd.

Eenmaal gemonteerd is het dus zaak om de drijver net onder water te zetten. Het belangrijkste is dat de drijver onder water zichtbaar is. Het volgdrijvertje dient als back-up en drijft op het water. Het afstellen van de drijver in troebel water kijkt logischerwijze wat nauwkeuriger dan in helder water. De plek waar het volgdrijvertje wordt gefixeerd is meest afhankelijk van de helderheid, of troebelheid, van het viswater. Bij helder water kan het volgertje wat verder en bij troebel water weer wat korter bij de drijver worden gezet. Een goed uitganspunt is om de drijver op ongeveer 30 cm van de drijver te fixeren. En al vissende kan het volgertje worden verschoven met de bovengenoemde punten in het achterhoofd.

Tevens is een handig hulpmiddel, om de witte drijver beter onder water te kunnen zien en te volgen tijdens een aanbeet; een polariserende zonnebril. Ook met bewolkt weer wordt de drijver veel beter waargenomen door de polariserende glazen die de oppervlakteschitteringen weg filteren. En een bijkomend voordeel is dat door een zonnebril een karper ook veel doeltreffender wordt gespot. Heb je een bril op sterkte nodig, dan is een overzetzonnebril ideaal.

Er zijn nog meerdere toepassingen denkbaar, waaronder in het oudere artikel Volgdrijvertjes: informatie en fabricage het één en ander wordt toegelicht.

Veel succes!

Frits en Johan

---

Publicatiedatum 01-10-2024 / laatste update 07-10-2024