De verticale boltrig - theorie en praktijk - Karper Idee

De verticale boltrig – theorie en praktijk

 

Een rig die we heel regelmatig inzetten is de verticale boltrig. De naam komt voort uit het feit dat de lijn met hulp van een drijver verticaal omhoog gaat in plaats van horizontaal over de bodem loopt. Deze rig is in bepaalde situaties goed inzetbaar en is een welkome aanvulling op de traditionele boltrigsystemen. Op een water waar wij dit systeem gebruikten werkte het dermate dressuurdoorbrekend dat er slechts één vis op een traditionele boltrig werd gevangen en maar liefst 30 stuks met het verticale systeem! Op een ander viswater vingen we mede door het actieve karakter van deze visserij veel karpers met een minimale hoeveelheid aan tijd en aas. Eigenlijk overtreft de verticale boltrig steeds weer onze verwachtingen.
Oorsprong

Het vissen met verticale lijnen wordt vooral gedaan om bodemobstakels te vermijden. Polystyreen bollen tot petflessen worden ingezet als drijver om de lijn omhoog te laten lopen. Op deze manier wordt de lijn over de bodemobstakels geleid. Ons systeem werkt in principe hetzelfde alleen met een geheel andere benadering. We gebruiken dit systeem niet per se om obstakels te vermijden maar om actiever en vooral dressuurdoorbrekend te vissen. Het is gebleken dat karpers bij de geringste aanraking met een stukje horizontale vislijn ervandoor kunnen gaan. Bij dit systeem loopt er geen lijn over of, erger nog, boven de bodem. En daarbij kan er gemakkelijk over een ander soort obstakel zoals een leliebed of rietkraag worden gevist, eigenlijk net zoals je met een pennetje zou doen.

Toepassing
Met een verticaal systeem kan je bijna overal vissen zolang je de hengel(s) maar goed kan vastzetten

Deze rig is in bepaalde situaties goed in te zetten. Het is vooral een systeem voor niet al te diep water waarbij je niet al te ver uit de kant hoeft te vissen. De lijn loopt vanaf het lood omhoog naar de drijver en vervolgens naar de hengeltop, en dan het liefst zodanig dat de lijn het water niet raakt. Dit werkt zonder sterke stroming en/of harde wind prima tot maximaal een meter of 20.  Zeer geschikt dus voor bijvoorbeeld afwatersloten, vlieten, beken en bij gemalen. Maar ook naast of over de lelies en rietkragen of de ondiepere stukken bij de kant van grotere wateren zijn de aangewezen plekken. Een bijkomend voordeel van dit systeem is dat de hengeltop omhoog staat om de lijn boven het wateroppervlak te houden, waardoor je veel gemakkelijker de hengel kwijt kan op flink begroeide of steile kanten.

De gebruikte componenten
Onderlijn

Wat je maar wilt inzetten om met een vast lood te gaan vissen. Bijvoorbeeld een traditionele grondrig.

Vast lood
Dit platte inline lood van Nash is zeer geschikt voor de verticale boltrig omdat door de symmetrie ervan evenveel kracht op zowel de onderlijn als de drijver wordt gezet

Het is aan te raden om een inline lood te gebruiken. Deze heeft als voordeel dat het geheel stil blijft liggen bij een sterke golfslag. Een wartellood is niet aan te raden bij flinke wind omdat de wartel gaat bewegen door de met de golfslag meebewegende drijver, wat de karper afschrikt.  Een les die ik nooit vergeten ben is hoe ik in mijn jeugdige witvisdagen met windkracht 6 à 7 met de vaste stok amper een vis ving.  Na alles zonder succes uitgeprobeerd te hebben pakte ik de Winkle Picker om het verder uit de kant te proberen. De eerste ingooi mislukte door de harde wind en kwam bovenop de voerplek terecht waar ik met de vaste stok viste. Ik had niet eens de tijd om in te draaien want de ene na de andere brasem kwam naar boven! Ze zaten er dus wel en vanaf dat moment ben ik gaan inzien dat vissen kunnen schrikken van een in dit geval bewegend stukje lood. Daarbij kiezen we de vorm van het inline lood zo uit dat deze symmetrisch is waardoor er evenveel kracht op zowel de onderlijn als de drijver wordt gezet.

Elke diameter van een polystyreen bol vereist een ander minimaal loodgewicht

Belangrijk is dat het gewicht van het lood zwaarder is dan het drijfvermogen van de drijver – anders gaat je lood ervandoor bij stroming of wind. Door dit in een bak water te testen kan je het drijfvermogen bepalen, maar je kunt het ook uitrekenen. Ten eerste is het belangrijk te weten dat het totale zinkend vermogen minimaal rond de 15 gram moet liggen voor een bewegingsloze presentatie van deze rig bij golfslag of lichte stroming.  Dit is dus de kracht waarmee het loodje op de bodem drukt als de polystyreen bal per ongeluk onder water verdwijnt. Deze waarde is proefondervindelijk in de praktijk ontstaan (best practice) maar mocht de drijver t.g.v. de stroming  het lood toch verplaatsen dan is het logisch de waarde van 15 gram te verhogen door een zwaarder stuk lood te gebruiken. Hieronder zie je een berekening  die laat zien welk (lood)gewicht je minimaal nodig hebt  bij een polystyreen bol met een diameter van 4 centimeter.

De opwaartse kracht van een ondergedompelde bol is gelijk aan het volume van het verplaatste water ofwel aan het volume (inhoud) van de bol. De formule om het volume van een bol te bepalen is 1/6 x  π  x diameter³. Een bol met een diameter van 4 cm heeft dus een inhoud van 1/6 × 3,14 × 4³ = 34 cm³ (waterverplaatsing) wat overeenkomt met een opwaartse kracht van 34 gram. Dus de minimale neerwaartse kracht om de eerder vermelde 15 gram over te houden bedraagt 34 gram + 15 gram = 49 gram.
We zijn er nog niet want nu gaan we berekenen hoeveel neerwaartse kracht het lood genereert. Dit doen we met behulp van het soortelijk gewicht van lood dat 11,3 g/cm³ bedraagt. Een loodje van 2,0 oz (57 gram) heeft een volume van 57/11,3 = 5 cm³ (waterverplaatsing) wat gelijk staat aan 5 gram opwaartse kracht. In dit geval is de neerwaartse kracht 57 gram minus 5 gram = 52 gram.
De neerwaartse kracht van de bol zelf is te verwaarlozen door de geringe massa ervan.

We zien hier dat een bol met een diameter van 4 centimeter minimaal een neerwaarts gewicht van 49 gram nodig heeft . Een 2,0 oz (57 gram) loodje heeft een neerwaarts gewicht van 52 gram. Dit gewicht, en zwaarder, is dus goed in te zetten bij een bol van 4 centimeter.

Voor elke diameter van de bol is een ander minimaal loodgewicht noodzakelijk die je kan berekenen met bovenstaande methode.

Rig tube

Hiervoor gebruiken we een stuk (onverzwaarde) rig tube. Deze heeft nu niet als doel de lijn plat tegen de bodem te leggen maar dient als bescherming van de lijn en de vis. Je kan de rig tube ook achterwege laten maar de ervaring leert dat karpers niet schrikken van een stukje tube dat recht omhoog staat. Ze zien er gelukkig eerder een lelie- of rietstengel in dan gevaar. Eigenlijk  schrikt het nog minder af dan kale lijn, al helemaal als je in de buurt van riet of lelies vist. De drijver gaat deze tube ‘tillen’ en daarom houden we hem korter dan gewoonlijk. Een stukje van 30 tot 40 cm voldoet uitstekend. De tube laten we gewoon rusten op het lood, oftewel deze kan gewoon vrij over de lijn schuiven tussen het lood en de drijver.

Drijver
Een 4 cm polystyreen bol voorzien van een Shockleader Sleeve voor inline lood van Korda. Eenmaal gemonteerd op de lijn kan je de bol fixeren met een stuitje.

Een bol van polystyreen. We hebben met succes enkele snoekdobbers geprobeerd maar een polystyreen bol heeft de voorkeur; ze zijn in verschillende diameters verkrijgbaar, hebben een groot drijfvermogen, zijn gemakkelijk te bewerken en nemen geen water op.  Elke goede hobbyzaak heeft deze bollen in het assortiment. Voor het doel van deze rig zijn drie maten meer dan voldoende:  de zogenaamde sweet spot ligt op een diameter van 4 cm en je kunt naar gelang de omstandigheden eventueel naar 3 of 5 cm gaan. Perforeer de bol door er bijvoorbeeld voorzichtig een satéprikker doorheen te prikken. In het zo ontstane centrale gat monteer je vervolgens een Shockleader Sleeve voor inline lood van Korda. Eenmaal gemonteerd op de lijn kan je dan de bol fixeren met een stuitje en heeft deze onderin een elastisch dempvermogen. Het fixeren op het stuitje is niet noodzakelijk maar het zaakje gooit dan wat beter (onderhands) in.

Overige uitrusting

Met dit systeem verwachten we volle runs dichtbij de kant, en om dan de eerste klappen op te vangen heeft een soepele hengel de voorkeur. Een testcurve van 1,5 tot 2,25 lbs is in bijna alle gevallen ruim voldoende. Een molen voorzien van een fast drag systeem of een vrijloopmechanisme, met een goede slip, is uiteraard onmisbaar. Bijvoorbeeld een Penn Slammer Live Liner. De hengeltop wordt schuin naar boven gericht zodat een voorsteun (die je kan voorzien van een beetmelder met snag ears) voldoende is, maar het is beter om ook een kort achtersteuntje te gebruiken waarmee de hengel vast kan worden gezet. De rek in de lijn is door de korte afstand namelijk niet al te groot en je zal niet de eerste zijn bij wie de hengel binnen een paar seconden de plomp in verdwijnt omdat de hengel niet goed vaststond.

Systematische weergave van de verticale boltrig
Praktijk
De polybal, hier oranje gekleurd, achter de lelies is goed te zien. Op deze manier vissen is misschien even wennen, maar het werkt bijzonder goed!

Eenmaal op je stek aangekomen en alles netjes gemonteerd is het zaak om de diepte te bepalen. Dat is simpel want de drijver zinkt immers op het gewicht van het lood. Peil het systeem zo uit dat de bol ongeveer 5 tot 10 cm boven het wateroppervlakte uitsteekt. Zonder golfslag volstaat dit prima en je kan de diepte naar gelang de omstandigheden altijd vergroten. Een korte onderhandse inworp of, indien mogelijk, gewoon inleggen heeft de voorkeur want deze rig gooit door de weerstand van de bol niet echt nauwkeurig in. Daarna loop je de lijn een stukje uit,  plaats de hengel in de steunen met de top omhoog en draai de lijn strak.  Als de lijn zo min mogelijk het wateroppervlak raakt en de polystyreen bol niet onder water wordt getrokken dan ligt het goed. Schakel de vrijloop van de molen of de fast drag in, en je kunt wat gaan voeren waarbij de bol een uitermate handige marker is! Eventueel kan je ook vooraf enkele voerplekjes maken en het geheel zo inzetten zodat je al struinend meerdere stekken afvist, net zoals je met een pennetje doet. Alleen is de bol geen uitgebalanceerd pennetje en heeft hij ook niet de taak als beetverklikker. Bij een aanbeet duikt de drijver vaak plotseling onder water, maar mocht de bol in het vizier blijven dan is het een geweldig gezicht om de bol weg te zien ‘surfen’. Je kan dan ook mooi zien waar een karper tijdens een run naartoe vlucht en hoe (snel) dat nou allemaal in zijn werk gaat. Wat dat betreft heeft deze rig als extra voordeel dat je over het aas- en vluchtgedrag van karpers heel wat kan opsteken. Want de plekken waar de karpers naartoe vluchten tijdens een run zijn vaak de goede stekken!

Filmpje

Een run met een verticaal boltrigsysteem. Nadat de polybal is verdwenen, zo’n 20 seconden na ingooien,  gaat de karper er als een speer vandoor naar links. De runs zijn visueel veel beter te volgen ten opzichte van een traditioneel boltrigsysteem, waardoor je meteen kan anticiperen wat er zoal gebeurd. Daarbij houdt de polybal de lijn omhoog tijdens de run waardoor deze minder kans heeft om vast te komen zitten in vuil op de bodem. De verticale boltrig heeft meerdere voordelen.

Verdere ontwikkeling

Karper Idee gaat door met het ontwikkelen ervan. Er zijn namelijk nog nog meer ideeën die we gaan bekijken. In deel 2 lees je meer over deze ontwikkelingen die zijn ontstaan door er veelvuldig mee te vissen. Door het grote succes van dit systeem hebben we besloten om niet het bestaande artikel steeds te updaten, maar chronologisch de nieuwe bevindingen in delen te publiceren.

Johan

Een polderschub gevangen met de verticale boltrig
Struinen in het vroege voorjaar met de verticale boltrig leverde deze fraaie polderschub op

 

De verticale boltrig deel 2


Publicatiedatum 04-04-2015 / laatste update 30-10-2020

Innovatief en creatief platform voor de karpervisser