Verslag van een vissessie in België - Karper Idee

Verslag van een vissessie in België

 

We vertrokken rond 10:15 uur en bevonden ons even later richting Scheveningen in Den Haag. Een half uurtje daarna misten we door mijn toedoen de afslag Moerdijk, zodat we koers zetten richting Breda in plaats van naar Roosendaal. Na alle uithoeken van Roosendaal te hebben gezien kwamen we een uur te laat bij Toon aan, maar dat vond Toon gelukkig niet erg. Wim ontsloeg mij op staande voet als navigator en mijn aanbod om de weg naar België te wijzen werd afgewezen.

VisverlofIn het postkantoor te Lichtaard hebben we een visverlof gekocht voor 350 franc. De man achter Loket 1 (wáár waren de andere loketten?) voegde er nog aan toe dat we daarmee niet in Holland mochten vissen. Dat was nou jammer, we gingen immers naar België om daar een vergunning (sorry, een verlof) te kopen om vervolgens in Nederland te gaan vissen…

Al rijdend over een zandpad (stoflongen) en in de tergende hitte liet Toon ons het Maas-Schelde kanaal zien, o.a. het stuk waar Bram Groothuis zijn 48 ponder had gevangen. Dat stuk in het bijzonder zag er zeer fraai uit, alleen er zaten geen grote volgens Toon, d.w.z. weinig 40-ponders. Dat was niks dus, dus koersten we naar het stuk kanaal tussen sluis 7 en 8 waar de beren moesten zitten. En niet alleen beren, zoals later in dit verhaal zal blijken. Na een stek gevonden te hebben zetten we onze tenten op, zo’n 300 tot 400 meter uit elkaar. Het dichtst bij de sluis Toon, dan Wim en ten slotte ik. Wij drieën bezetten dus een kanaal van bijna een kilometer lang, zodat de tenten toch een flink eindje uit elkaar stonden.

Met zwarte kringen onder m’n ogen en even later uitslag van de patat frites op m’n gezicht, leek de levensverwachting niet best. Echter ruim 25 jaar later zit ik nog steeds achter de hengels dus achteraf gezien viel het wel mee.

’s Avonds werd er eerst friet gehaald, een vette troep gebakken in varkensvet. De mayonaise droop dwars door het papier heen. De volgende dag zat de rechterkant van mijn gezicht onder de vetpuisten. Och, dat stond wel aardig. Om 22:00 uur gooide ik de hengels in, de rechterhengel fungeerde als kanthengel net als in de Vlaardingsevaart en de linkerhengel ging naar de overkant. Rechts beaasde ik met tijgernoten en links met boilies. Vijf tot zes handjes tijgernoten diende als voer, evenals een honderdtal boilies aan de overkant. Gezellig aan het bier hoorde ik mijn beetverklikker galmen. De karper had zijn vlucht genomen richting de stek van Wim, naar links dus. Voorzichtig pompte ik de uitstaande lijn binnen, want de kans op een beschadigde lijn was levensgroot. Na een voorzichtige dril gleed een 22 ponds spiegelkarper het net in, met een respectabele lengte van 80 cm. Uiteraard had ik niet verwacht dat ik al zo snel beet kreeg of zelfs überhaupt beet zou krijgen, dus tegen alle verwachtingen in toch een karper gevangen! Mijn instelling werd na het vangen van deze karper gelijk een stuk serieuzer en het feit dat de vis beet op twee aan een hair geknoopte tijgernoten sterkte mijn vertrouwen in dit voor mij nieuwe aas. Vervolgens maakte ik de boel weer zo goed als ik kon in orde door om te beginnen enkele meters beschadigde lijn van de spoel af te gooien. De lijn was flink beschadigd en ik mag van geluk spreken dat ik de 22 ponder heb gevangen. 35/00 bleek dus niet voor niets.

Om zes uur schrok ik wakker van een korte harde run op de linkerhengel, die met boilies beaasd aan de overkant lag. Een vreemd visje lag even later op de kant, een dwergmeervalletje! Een kwartiertje later vloog de waker van de andere hengel omhoog en bleef in de clip hangen, de top ging steeds krommer staan en ja hoor… een run. Het bleek een klein schubkarpertje van een pondje of vier (schatting) met een vrij hoge rug. Géén OVB-25% wildbroedhybride, dat was duidelijk te zien. Een potentiele dertigponder? Voor de rest van de sessie heb ik net als Wim en Toon geen beet meer gezien. Voor mijn gevoel dacht ik dat Wim en/of Toon wel een vis zouden gaan vangen omdat op hun stekken karpers sprongen en aan de oppervlakte rolden (vooral de eerste nacht.) Maar helaas, iedere verdere beet en dus vis bleef uit.

Wat opviel was dat er regelmatig dode palingen voorbijdreven, evenals vreemde (dode) visjes met oranje stippen op de flanken. Wellicht had de kerncentrale, waarvan de dampende koeltorens aan de horizon opstaken, er iets mee te maken? Dat het kanaal vervuild was, dat was wel zeker want je kon het water ruiken. Toch duidt de aanwezigheid van mossels en kreeftjes (die Wim’s hair aan het doorknippen waren) op een gezond water. Maar het leek mij meer waarschijnlijk dat de beestjes immuun waren geworden voor de troep in het water.

Dinsdagmiddag reed er een auto aan de overkant, en zo vriendelijk als ik ben zwaaide ik even waarop de bestuurder van de auto terugzwaaide. Even later stopte diezelfde auto achter me, en de bestuurder begon een praatje te maken. Over koetjes en kalfjes en zijn flatje ergens in de buurt. Tja, dat kan, nietwaar? Toen zei de man iets opmerkelijks: “Weet je, ik ben homofiel.” Eigenlijk had ik op dat moment moeten ingrijpen, maar ik was veel te vriendelijk en antwoordde “Tja, dat kan…” Ik dacht bij mezelf, homo’s, die komen wel vaker voor en dat moet iedereen zelf maar weten. De man van een jaartje of 55 bleef naar mijn smaak echter iets te lang hangen en ik begon het benauwd te krijgen. Immers, de dichtstbijzijnde tent was die van Wim 400 meter verderop, en de ruimte tussen onze tenten werd opgevuld door struiken en riet dus konden we elkaar niet zien en ook nauwelijks horen. Ik hoopte vurig dat de homo zou oprotten maar hij bleef maar hangen. Ondertussen, voor het geval het fout zou gaan, had ik het kenteken van zijn auto uit mijn hoofd geleerd.

Met één oog keek ik naar het handvat van mijn vlijmscherpe vleesmes dat onder mijn stretcher enigszins onopvallend lag. Alhoewel ik niet bang ben aangelegd en al heel wat hachelijke situaties aan het viswater heb meegemaakt, bespeurde ik een onprettig gevoel van onmacht en twijfel vanbinnen. Want hoe zou dit aflopen? Zou de kerel agressief worden, en hoe moest ik daarop reageren?

De tijd duurde lang en het was snikheet. En de homo bleef maar hangen en ouwehoeren. Toen ik zei dat ik wilde gaan slapen was de man geenszins van plan om te vertrekken. De kerel gaf het niet op. “Tja…”, vervolgde hij, “Langs het kanaal is het zo lekker rustig en je weet nooit of je nog eens een leuke jongen tegenkomt…”. ‘Shit’, dacht ik bij mezelf.
Toen ik op mijn stretcher zat, schijnbaar veilig weggedoken in de tent, zei ik tegen de homoseksuele medemens “Joh, ga ook vissen…”, waarop plots twee blote benen en een veel te strakke korte broek in de deuropening van de tent verschenen. “Ja…”, vervolgde de homo, “…ik vis ergens anders op”, waarna de man over zijn jonge heer begon te wrijven. (Kan je nagaan, dat was het enige wat ik zag in de deuropening van mijn tent.) “Volgens mij ben jij ook een liefhebber…”, begon hij weer. Toen werd ik kwaad en heb hem weggestuurd. Ik werd kotsmisselijk van die kerel, en het viel me reuze mee dat hij het hazenpad koos.

“Eikel… (ik had het tegen mezelf), je had véél eerder moeten ingrijpen!” Vanaf het moment dat hij kenbaar maakte dat hij homofiel was had ik hem weg moeten sturen, al dan niet met geweld afhankelijk van zijn gedrag. Maar op het moment zelf ben ik kennelijk veel te vriendelijk geweest.

En ik baalde behoorlijk. Immers: ik had hem verteld dat we nog één nacht aan het water zouden zitten. Zou hij vannacht terugkomen? Alleen, of vergezeld van andere, voor de gelegenheid in strakke leren broeken gestoken homo’s? Nee, ik voelde me hoogst onveilig. ’s Nachts is het namelijk aardedonker, je ziet geen bal. En Wim zat 400 meter verderop, Toon bijna een kilometer verderop.

Toen de geile man weg was ben ik naar Wim gegaan en heb hem het hele verhaal verteld. En dát had ik beter niet kunnen doen, want de rest van de sessie was ik een dankbaar doelwit van legio grappen en flauwekul. Op een gegeven moment ben ik het spelletje mee gaan spelen totdat we alledrie buikpijn kregen van het lachen. Maar het hield maar niet op. Van Wim heb ik een schattig roze petje gekregen die ik de rest van de sessie met plezier heb gedragen.

Plaats delict

De komende nacht was het rustig en de homo is niet teruggekomen, maar toch lag ik niet op mijn gemak op de stretcher. Wim haalde nog even het geintje uit om met de auto naar mijn stek toe te rijden en pal achter mijn tent te stoppen. Ik hoorde de wagen aankomen en dacht even echt dat de homo het nog een keer ging proberen. En natuurlijk lag Wim in een deuk lag toen hij mijn verschrikte hoofd uit de tentopening zag steken.

Naast actieve homo’s op sekssafari was er ook een kanaalhoer tussen onze tenten op en neer aan het wandelen. Ze heette Yvonne en deed ‘het’ gratis. Gewoon ‘omdat ze het lekker vond’. Het enigszins verlegen meisje van een jaartje of 25 zag er in ieder geval een stuk beter uit dan de vieze blote benen van de homo, gestoken in een smerig en veel te strak kort broekje.

Maar natuurlijk ging er nog veel meer fout. Zo begaf mijn gastank het zodat ik koffie en thee wel kon vergeten. Vervolgens heb ik de defecte gasbrander bij Toon op de tank gedraaid en ja hoor… de gasinstallatie van Toon deed het daarna ook niet meer. “Potverdomme…” mompelde Toon. Toon en ik waren dus aangewezen op de gastank van Wim voor de rest van de sessie.

Wel opmerkelijk toen Toon, de vedette, zijn boeltje opdraaide na een nacht zonder beet gezeten te hebben: de onderlijnen in de knoop en wel zo erg dat de schaar eraan te pas moest komen. Wederom volgde er een weloverwogen, zachtjes gemompeld ****.

En het ging maar door. De batterijen van mijn camera en de versterker waren op… Boter was vloeibaar geworden door de tergende hitte in de tent… Het barstte van de wespen… Alles wat rondkroop op, en vloog boven de oever, verschanste zich even later in mijn tent… Kreeftjes deden de hele tijd niets anders dan je vislijn doorknippen… Met in de verte de dampende koeltorens van de kerncentrale aan de bron van het kanaal, dreven er regelmatig dode palingen voorbij. En vreemde visjes met oranje stippen. Dood, weliswaar.

België……

Walter

Ondanks alles hebben we verschrikkelijk gelachen

Publicatiedatum 22-10-2016

Innovatief en creatief platform voor de karpervisser